KNGF Geleidehonden behoort tot de internationale top van hondenscholen. Dat is best een bijzondere status voor zo’n klein land. Tientallen jaren samenwerking met buitenlandse collega’s heeft ons gebracht waar we nu staan. Het woord is daarom de komende tijd aan 3 KNGF-medewerkers die, ieder op hun eigen manier, internationaal actief zijn.

Fokspecialist Ingrid Nijman trapt af. Zij is al sinds 1989 betrokken bij het fokprogramma van KNGF. Dat verdient misschien even wat uitleg. Bijna alle honden die door KNGF worden opgeleid, zijn in eigen beheer gefokt. Dat is niet altijd zo geweest, legt Ingrid uit: ‘Vroeger werd een deel van onze honden aangekocht bij externe fokkers, maar dat sloot niet goed aan op onze behoefte. Een willekeurige labradorfokker in Nederland heeft andere doelstellingen. Ze fokken bijvoorbeeld voor hondenshows, of voor de jacht. Bij deze honden gaat het om het uiterlijk of de capaciteit om wild op te sporen. Die kenmerken zijn voor onze honden niet zo relevant. We zijn daarom geleidelijk aan gestart met een eigen fokprogramma, met hulp van buitenlandse collega’s.’


Gezonde foklijnen

Een hond van een externe fokker heeft 20-25% kans om een goed opgeleide hond te worden. Die kans is 75% voor een hond uit eigen fok. Het nut van een eigen fokprogramma is daarmee duidelijk, maar brengt ook een nieuwe uitdaging met zich mee. Hoe houd je de foklijnen gezond? Ingrid legt uit: ‘Je kunt niet blijven kruisen met je eigen kleine pooltje aan honden. Op den duur levert dat gezondheidsproblemen op. Daarom zijn we 20 jaar geleden een samenwerkingsverband aangegaan met 6 grote hondenscholen in Amerika, Australië en Engeland. Gezamenlijk hadden we ineens een enorm volume van blindengeleidehonden wereldwijd. In ons eentje was dat nooit gelukt.’


Krachten bundelen

Door internationale samenwerking werd de pool aan honden groter, maar dat was niet het enige voordeel. KNGF bundelde krachten met partijen die allemaal hetzelfde willen: een goed presterende en kerngezonde hond. Ingrid: ‘Collega’s onderling hebben er baat bij om open te communiceren over de resultaten van onze fokprogramma’s. Onze honden krijgen een medische keuring, er worden röntgenfoto’s gemaakt, ze worden gecheckt op erfelijke ziektes. Wij willen dit weten om ervan te leren en betere keuzes te maken. Met ons fokprogramma hebben we aantoonbaar voor gezondere honden gezorgd. Heupdysplasie bijvoorbeeld, een bekende afwijking bij grotere honden, komt bij KNGF nauwelijks nog voor.’


Crème de la crème

Scholen over de hele wereld helpen elkaar door uitwisseling van kennis, pups en volwassen fokhonden. Meestal verhuist een hond, wanneer hij nog een pup is, permanent naar het buitenland. Ingrid legt uit: ‘Scholen geven elkaar onderling de allerbeste pups, omdat we hiermee de fokkerij zo snel mogelijk een boost geven.’ Het is een mooi uitgangspunt om elkaar de crème de la crème te bieden, maar wat zijn dan de ideale eigenschappen voor een hulphond? ‘Dat is niet uit te drukken in een lijstje met eigenschappen’, zegt Ingrid. ‘Het fokken van hulphonden is een complexe puzzel van stambomen, karaktereigenschappen en gezondheidsaspecten. Er is ook geen recept waarmee we verzekerd zijn van een specifiek resultaat. We gaan voor een mix van bepaalde kenmerken, maar dat levert geen nest op met identieke pups. Net als bij mensen heb je broers en zussen met uiteenlopende karakters binnen één gezin. Ook een nest heeft pups met verschillende eigenschappen. De ene pup ontwikkelt zich tot een goede assistentiehond voor mensen in een rolstoel en de ander komt beter tot zijn recht als blindengeleidehond of buddyhond.’


Springplank

De jarenlange uitwisseling van kennis en honden met Amerikaanse, Britse en Australische collega’s was een mooie springplank naar een Europees samenwerkingsverband. Ingrid: ‘12 jaar geleden startten wij met het European Breeding Network (EBN). Daar zijn scholen uit Zwitserland, Spanje, Finland, Frankrijk, Ierland en Engeland bij aangesloten. Het is handig om collega’s dichtbij te hebben, alleen al voor de reisafstand. Binnenkort verhuist Iska, één van onze volwassen moederhonden naar Zwitserland. Zij gaat daar voor nakomelingen zorgen. Deze Zwitserse school leidt alleen maar blindengeleidehonden op. Als wederdienst geven zij ons de honden die hun opleiding tot blindengeleidehond net niet gehaald hebben. Daar kunnen wij, na een goede omscholing, dan weer andere Nederlandse cliënten blij mee maken, zoals mensen in een rolstoel, kinderen met autisme of oud-geüniformeerden met PTSS.’

portret Ingrid Nijman

Het KNGF-fokprogramma bestaat sinds 1985. Ingrid Nijman en Daniëlle de Jonge zijn verantwoordelijk voor het programma sinds begin jaren ‘90. In 2018 is Nienke van Rooyen aan het team toegevoegd als specialist. Dit team weet alles over de verschillende geleidehondenlijnen en het maken van de juiste match van moeder- en vaderhonden.

Onze website gebruikt cookies