KNGF Geleidehonden behoort tot de internationale top van hondenscholen. Dat is best een bijzondere status voor zo’n klein land. Tientallen jaren samenwerking met buitenlandse collega’s heeft ons gebracht waar we nu staan. Het woord is daarom aan 3 KNGF-medewerkers die, ieder op hun eigen manier, internationaal actief zijn.

De tweede persoon in deze drieluik over internationale samenwerking is oudgediende Kees Tinga. Wie 28 jaar in het geleidehondenvak zit, heeft een schatkist aan verhalen. Daarom een duidelijk gesprekskader: we vragen Kees naar zijn ervaring als “assessor” voor de International Guide Dog Federation (IGDF). De IGFD kun je zien als een soort waakhond voor geleidehondenscholen wereldwijd. Als assessor reist Kees naar scholen in het buitenland. In deze rol controleert hij of er volgens de afgesproken richtlijnen wordt gewerkt. Denk aan zaken als: dierenwelzijn, de opleiding van het personeel, de fok van honden en de omgang met cliënten. Met een positieve beoordeling mag een school weer voor 5 jaar verder als goedgekeurd lid van IGDF.

Sfeer proeven

In 2007 start Kees als assessor bij IGDF, met behoud van zijn baan als instructeur en teamleider bij KNGF. Hij wordt zogezegd “uitgeleend” door de organisatie. Het is een dubbelrol die Kees zich snel eigen maakt: ‘Ik heb de oudste en grootste hondenscholen ter wereld bezocht. Dat zijn instituten met groot aanzien. In het begin was dat spannend hoor. Dan kom je als jochie uit Nederland vertellen hoe het beter kan. De uitdaging is natuurlijk om daar de juiste toon in te vinden.’ Kees legt uit dat het beoordelen van vakgenoten om een bepaalde gevoeligheid vraagt. Het is geen kwestie van rapportcijfers uitdelen. Een beoordeling duurt een dag of 4 en Kees wil dan álles zien: ‘Lunchen doe ik in de kantine met de medewerkers, niet bij de directeur op kantoor. Ik wil sfeer proeven en iedereen spreken, van communicatiemensen tot de hovenier. Ook wil ik trainers aan het werk zien, cliënten ontmoeten en in de kennel rondlopen. Hoe wij het bij KNGF doen, schakel ik tijdens een beoordeling helemaal uit. Buitenlandse collega’s werken soms anders, maar kunnen net zo bevlogen zijn.’

Negatief advies

Een open blik en goede gesprekken voeren: dat is de gangbare aanpak tijdens een beoordeling. Maar soms gooit Kees het noodgedwongen over een andere boeg. Bijvoorbeeld bij een school in Zuid-Europa, 5 jaar geleden: ‘Het gebouw lag verborgen achter een hoge muur. Binnen snapte ik waarom: de kennels waren oud en onverwarmd. Ik sprak trainers die er al zo’n 20 jaar werkten, zonder enige opleiding. De directeur was autoritair en duldde geen enkele tegenspraak. Het personeel kreeg vlekken in hun nek als hij aan het woord was. De sfeer klopte totaal niet. Dat zijn lastige momenten als assessor, maar je moet eerlijk zijn. De school kwam niet door de beoordeling.’ Een uitzonderlijke situatie, maar gelukkig zit er een positief staartje aan dit verhaal. Kees: ‘Met een negatief advies, kun je na 5 jaar opnieuw beoordeeld worden. Toen de directeur eenmaal vertrokken was, is de school keihard aan de slag gegaan. Zij zijn bij KNGF langs geweest voor adviezen en hebben hun kennel naar ons model nagebouwd. Een nieuw assessment staat al op de planning. Kijk, daar ben ik trots op. Dan hebben we het voor elkaar.’

Afscheidsknuffel

Elk land heeft zijn eigen culturele achtergrond. Daar moet je voelsprieten voor hebben, zegt Kees. Met diepgewortelde opvattingen moet je secuur omgaan. Kees herinnert zich de eerste reis naar Zuid-Korea: ‘Het afkeuringspercentage van de honden lag heel hoog. Wat daarachter zat, waren culturele verschillen. Enerzijds bijgeloof: zwarte honden brengen ongeluk, bijvoorbeeld. Anderzijds was het perfectionisme: elke hond waar zogezegd “een vlekje” op zat, werd afgeschreven. De maatschappij is erop ingericht om kritiek te voorkomen. Zo bleek de school dus ook geen klachtenprocedure te hebben.’ Eén van de punten waar Kees op beoordeelt, is het contact met cliënten. Essentieel onderdeel daarvan is het uitwisselen van feedback: zowel positief als negatief. Kees: ‘Je kunt niet afdwingen dat er een klachtenprocedure komt en daarna weglopen. Beter help je mensen inzien waarom iets waardevol is. Er zat ook een bepaalde angst die ik wilde wegnemen. Ik heb iedereen uitgenodigd om mij als assessor te beoordelen. Zo hebben we geoefend met kritiek geven, op een respectvolle manier. Na afloop zei ik: “Kijk, zo erg was dit toch niet?” Vanaf dat moment waren ze om. Op het vliegveld kreeg ik een afscheidsknuffel. Ze zeiden: “Je kwam als een inspecteur, maar verlaat ons als een vriend.” Dat vond ik zo mooi. Bij thuiskomst had ik al een mail dat ze bezig waren een klachtenprocedure, met hulp van een Amerikaanse school waar ik hen aan gekoppeld had. Dat is de kracht van internationale samenwerking.’

portret Kees

Intake is maatwerk

Elke school heeft een aanmeldprocedure voor nieuwe cliënten. De belangrijkste criteria zijn: het welzijn van de hond en de mobiliteit van de persoon. Kees: ‘Ooit was ik bij een school in New York op bezoek. Samen met een instructeur ging ik langs bij een cliënt die op de wachtlijst stond voor een blindengeleidehond. Zijn aanvraag was dus al goedgekeurd. Bij aankomst schrokken we een beetje: die man woonde in bedompte kelder. Ik dacht: hoe ga jij hier een hond huisvesten? Informerend naar zijn dagelijkse wandelroutes zei hij: “Ik kom zelden buiten. Daar zorgt mijn hond straks toch voor?” We hebben hem natuurlijk snel uit die droom geholpen. Maar nog belangrijker: daarna is de aanvraagprocedure voor een hond onder de loep genomen en flink aangescherpt.’ Kees benadrukt dat je nooit alles kunt ondervangen met een intake formulier. Het blijft altijd maatwerk. Hij herinnert zich een mooi voorbeeld: ‘In Engeland was ik bij een oude dame die haar 7e blindengeleidehond had aangevraagd. Op papier is dat een twijfelgeval. Ga je iemand op leeftijd, die misschien minder mobiel is, nog een jonge hond aanbieden? Toen we kennismaakten, zag ik een hele kwieke dame die naar de kerk ging, vrijwilligerswerk deed en een enorm sociaal vangnet had. Dat ging nog prima!’

Appels met peren

Wat Kees lastig vindt aan het werk als assessor, is dat je soms appels met peren vergelijkt. Niet alle scholen hebben dezelfde capaciteit. Hoe beoordeel je iedereen op dezelfde standaarden? Kees: ‘Binnen IGDF heb je grote scholen, maar ook veel kleinere ondernemingen en zelfs éénpitters. De grootse school ter wereld is die in Engeland, waar 1500 honden per jaar getraind worden. In Duitsland zit één vrouw die 4 honden per jaar traint. Even wat context: de school in Engeland werkt met 1200 vrijwilligers en draait volledig op fondsenwerving. Die Duitse trainer moet sappelen. Vrijwilligers die pups opvangen, dat concept kennen ze daar niet. Zij moet haar pleegouders zelf betalen. Daarom kan ik niet van een formulier aflezen of een school voldoet of niet. Ik moet het met mijn eigen ogen zien. Dan is er ruimte om iedereen op zijn eigen merites te beoordelen. Zo nemen we het vak serieus en maken we elkaar beter.’

Kees Tinga is na 14 jaar gestopt met zijn werk als assessor voor IGDF. Hij spreekt zijn buitenlandse collega’s nog regelmatig en zegt dat het contact hem zeer veel waard is. Kees sluit niet uit dat hij betrokken blijft bij de organisatie, als spreker of adviseur. Hij is trots op de voortrekkersrol die KNGF op internationaal vlak gespeeld heeft. Als hoogtepunten noemt hij de ontwikkeling van het nieuwe tuig, het revolutionaire ontwerp van de KNGF-kennel en de introductie van andere disciplines naast de blindengeleidehond. Een groot aantal buitenlandse scholen heeft deze ontwikkelingen overgenomen.

Onze website gebruikt cookies