Zij kregen hun eerste geleidehond
Afgelopen zomer kregen Bob, Denise, Kevin en Kim hun allereerste blindengeleidehond. Het is nu een aantal maanden later. Hoe is hun leven veranderd en hoe maken de hulphonden hun wereld groter?
Bob kreeg blindengeleidehond Oukje:
‘We zijn nu een goede 4 maanden onderweg. Soms gaat het goed en soms gaat het moeizaam voorwaarts. Oukje is als hond fantastisch. Als team groeien we nog naar elkaar toe. Het is een kwestie van blij zijn met de stapjes die we maken. Mijn zicht is de afgelopen maanden verder verslechterd. Die restvisus die ik in het begin had, die heb ik veel minder. Op het moment kan Oukje erg langzaam lopen. Ik weet dan niet hoe ik haar tempo omhoog moet krijgen. Ze is dan heel stoicijns. Daar gaan we de komende tijd aan werken. De puntjes op de i zetten.
Iedereen die er een nodig heeft, gun ik zo’n hond. Het is alleen niet zo dat je na 2 weken schoolinstructie feilloos samen loopt. Het is echt een groeiproces. Verder is Oukje een vrolijke hond en ik ben zo blij met haar. Vooral nu ik merk hoeveel slechter mijn ogen zijn, dan denk ik echt: die hond is prachtig mooi op tijd bij mij gekomen. Ik durf niet meer zonder haar naar de stad.’
Denise kreeg blindengeleidehond Pavel:
‘Dat langzame lopen wat Bob met Oukje heeft, dat herken ik wel. Dat heeft Pavel ook een tijdje gedaan. Hoe consequenter je bent, hoe meer profijt je hebt van de hond, heb ik geleerd. De uitprobeerfase lijkt bij Pavel bijna over. Voordat ik Pavel had, zat ik aan huis gekluisterd. Ik ga overal weer zelf naartoe. In het begin deed ik vooral kleine dingetjes. Even naar de supermarkt, naar de school van mijn kind. Maar langzaam aan gaan we steeds verder de stad in. Ik ben al met de trein van Den Helder naar Heerhugowaard geweest. Ik heb deze route geoefend met de instructeur en binnenkort ga ik het helemaal zelf doen.
Onlangs heb ik met mijn man een nieuwe route bestudeerd, want je moet immers zelf de weg weten. Het meeste weet ik wel, maar waar het zebrapad dan precies zit, daar heb ik even iemand voor nodig.
In ons gezin is Pavel helemaal thuis. We noemen hem koning Pavel. Hij mag op de bank. Mijn zoon vindt het fijn dat ik samen met Pavel dingen zelfstandig kan ondernemen. In het begin maakte hij zich zorgen. Wat als Pavel het niet goed doet? Maar Pavel doet het allemaal hartstikke goed. Ik had geen betere hond kunnen krijgen!’
Kevin kreeg blindengeleidehond Kenza:
‘Kenza overtreft al mijn verwachtingen. Ik wacht nog steeds totdat ze me gaat uitproberen, maar ze is een hele lieve, goede geleidehond. Wat ik nog het mooist vind, is dat ze helemaal is opgegaan in ons gezin. We hebben twee kinderen, nog een hond en een kat. Vanaf de eerste dag lijkt het alsof ze er altijd al is geweest.
Kenza en ik breiden onze routes steeds verder uit. Kenza gaat dagelijks mee naar de sportschool waar ik op hoog niveau aan Crossfit doe. Elke dag breng ik mijn dochter naar school, dat zou zonder Kenza niet kunnen. We wonen in een nieuwbouwwijk die steeds verder uitdijt en samen trekken we steeds verder de wijk in. Ik ben ook al met de trein geweest. Dat durf ik nu nog niet alleen met Kenza, omdat ik dat te spannend vindt. Maar dat is wel een doel dat ik in 2023 wil bereiken.
Kenza heeft me mijn vrijheid teruggegeven en ook het vertrouwen in mezelf. Ze neemt me mee maar laat daardoor ook zien dat ik het kan. Als ik het even niet weet, blijft zij een stabiele factor en dat geeft rust.
Voordat ik Kenza had was ik vooral bezig met alles wat ik niet meer kon zien. Nu ben ik met haar bezig en heb ik veel meer sociale contacten. Je komt op straat zoveel mensen tegen die een praatje met je aanknopen.’
Kim kreeg blindengeleidehond Fender:
‘Fender gaat met mij mee naar mijn stage op een basisschool. Ik studeer aan de PABO. De kinderen vinden het leuk dat Fender er is en Fender geniet van alle aandacht. Voordat de schoolbel gaat, hobbelt hij gezellig door het lokaal en gaat languit liggen als kinderen hem willen aaien. Zodra de bel gaat, vertrekt hij naar de puppy-ren die ik voor hem heb neergezet. Daar gaat hij op zijn kleedje liggen met zijn kauwspeeltje. Hij kan vanaf zijn plek de hele klas zien en mij dus ook.
Fender is een knuffelbeer. Hij houdt van knuffelen en hij houdt van snuffelen. Verder vindt hij het vreselijk leuk om dingen voor je te zoeken. Als we op het Zuidplein in Rotterdam staan hoef ik het commando ‘zoek trap’ nauwelijks te geven. Hij loopt er bijna vanzelf blij naartoe en kijkt dan naar je op zo van: “Kijk dan, ik heb de trap gevonden, goed hè?”
Ik vind het leuk dat hij een persoonlijkheid heeft. Ik zie de humor er wel van in als ik wil dat hij naar rechts gaat en hij gewoon blijft staan. Soms doet hij dingen op zo’n aparte manier dat ik me nieuwsgierig afvraag wat er in zijn kop omgaat. Het samenwerken met Fender had ik vrij snel onder de knie. Ik was het al gewend om ergens alleen naar toe te gaan met mijn witte taststok. Met Fender gaat het allemaal makkelijker. In Rotterdam moet ik een metro nemen. Als ik daar het perron oploop, loop ik een donkere tunnel in. Ik zie nog een beetje licht en donker, maar daar zie ik vrijwel niets. Met mijn witte taststok hield ik dan erg in. Toch wel spannend. Met Fender hoef me geen zorgen te maken als ik langs het spoor loop. Dat scheelt energie. Dankzij hem heb ik ’s avonds nog de energie om mijn lessen voor de volgende dag voor te bereiden.’