Het is 1984 en Karin Daaleman kijkt met haar dochter Sandra naar een uitzending van ‘Stuif es in’ met Ria Bremer. Daarin vertelt een meisje met een pup over de pleeggezinnen van KNGF Geleidehonden. ‘Is dat niet iets voor ons?’ zegt Sandra die dan een jaar of 11 is. Karin antwoordt dat ze het als gezin best kunnen proberen, maar dat ze de hond niet houden als deze wordt afgekeurd. Ze nemen contact op met de AVRO en van de omroepstichting krijgen ze de contactgegevens van de geleidehondenschool.

Hun dochter Sandra is inmiddels 52 jaar oud en Karin wordt 80. “Best kunnen proberen” is wat uit de hand gelopen, want 40 jaar later hebben ze hun 45e pup Klipper in huis. En afgekeurde en gepensioneerde honden lopen er ook rond. Hun oude vaderhond Garry en Babs, de hond met een hartafwijking. De oude dame is nu 13 en de laatst overgeblevene van haar nest. Het verbaast iedereen, want als pup is ze bijna niet levensvatbaar doordat ze wordt geboren met een vreemd gevormde borstkas. Dankzij de liefdevolle en aanhoudende zorg van haar fokgastgezin haalt ze het en als ze 2 maanden oud is en KNGF zoekt voor haar een fijn thuis, mag ze bij Hans en Karin wonen. Die lieve Babs krijgt evengoed een KNGF-rol, want ze ontfermt zich over elke nieuwe pup die bij de familie Daaleman in huis komt. Karin: ‘Babs kruipt bij die pups. Ze pakt haar moederrol en dan kan zo’n kleintje haar hartslag horen, net zoals ze gewend zijn vanuit het fokgastgezin. In de Facebookgroep lees ik wel eens verhalen van pleeggezinnen die bij hun pup in de woonkamer slapen en er wel 4 keer uit moeten ’s nachts. Wij hebben Babs. Ze heeft verder nooit gezondheidsproblemen gehad. En als ik mijn jas aantrek, is ze de eerste van het stel die klaarstaat. Qua conditie gaat ze wel wat achteruit nu. Ze hijgt meer en ze kan niet meer tegen de warmte.’
13 pups helpt Babs zo mee opvoeden. Hans moet ervoor naar de wc lopen om ze te tellen. Daar hangen namelijk alle raamhangers van elke KNGF-hond die ze in huis hebben opgevangen. De 45e van Klipper komt daar nog bij.

Koninklijke onderscheiding

Voor hun vrijwilligerswerk voor KNGF en Hans voor de zwemvereniging en Karin voor de KNVB, krijgen ze in 2006 een koninklijke onderscheiding. Karin: ‘Bij nummer 25 vroegen ze al wanneer ik zou stoppen. Maar waarom stoppen, alleen omdat ik het al zo lang doe? Er is zoveel behoefte aan pleeggezinnen. Nu vragen ze me: “Ga je nog steeds door?” Maar nu stop ik echt.’
Karin weet het dan nog niet, maar enkele weken nadat Klipper naar school is gebracht, hebben ze toch weer een herplaatser in huis. Echt stoppen blijkt toch moeilijker dan gedacht en ach, een hond van een maand of 5 lukt nog best.

Op school in Amstelveen pik je de honden die bij Hans en Karin vandaan komen er makkelijk uit. ‘Dat is echt een Daalemannetje, zeggen ze dan’, vertelt Maaike Wijma van pleeggezinnenwerving. ‘De honden zijn over het algemeen wat stoïcijns maar ze luisteren goed. Ze worden niet druk met andere honden om zich heen, want ze zijn gewend aan andere honden in iedere keer weer een andere samenstelling. Dat is prettig in de kennel. Verder lijken de honden af en toe in hun eigen bubbel te zitten, maar ze zijn wel bereikbaar voor je. Dat laatste is wel belangrijk, willen ze hulphond kunnen worden.’ Maaike voegt zich in een lange rij puppypleeggezinneninstructeurs die bij Hans en Karin over de vloer komen. Sommige instructeurs zijn nog niet eens geboren op het moment dat familie Daaleman start met pups opvoeden. Van alle honden die ze krijgen, moet er slechts eentje worden herplaatst. De stem van Hans is te zwaar en te donker voor het hondje, het werkt niet. Eenmaal bij een ander gezin lukt het wel en de hond wordt uiteindelijk blindengeleidehond.

‘Het is de eer te na van Hans als er iets is met een hond’, vertelt Maaike. ‘Dan doet hij er alles aan om de hond zover te krijgen dat hij dit gedrag niet meer laat zien voordat de hond naar school gaat. Klipper was bijvoorbeeld een keer flink geschrokken van Bertje Doperwtje. Dat is een muzikant in Alkmaar. Het heeft hem veel tijd en moeite gekost om te zorgen dat hij de muziek van Bertje kon waarderen.’
Over Klipper hebben Hans en Karin verder geen twijfels. ‘Die gaat gewoon een blindengeleidehond worden’, vertelt Karin. Dat zie je aan zijn gedrag, aan hoe hij in Alkmaar loopt. De stadsevaluatie blijft spannend, ook met de zoveelste pup. Je vraagt je toch elke keer weer af of ze het goed vinden wat ze zien. Maar bij Klipper weet je het wel. Er zit zoveel rust in die hond.’

Groepsportret van familie Daaleman, KNGF directeur Monique en puppyinstructeur Maaike. Er zijn ook 2 honden op te zien en Maaike houdt een feestelijke taart vast.

De eerste pup in huis

Maar het begint allemaal bij Larry, die ze nog op de oude locatie op de Middenweg in Amsterdam ophalen. Hans en Karin hebben er foto’s van en halen het plakboek van boven om door het verleden van KNGF te bladeren. Hans wijst op een foto hun buurvrouw aan tussen de getoupeerde kapsels vol hairspray die de volle glorie van de jaren 80 uitstralen. Zij is die dag mee om ze ernaartoe te brengen, omdat het stel dan nog geen auto heeft. Ze hebben dan al 3 eigen honden gehad, waaronder Polly, een klein hondje uit het asiel. Ze starten maar gewoon met opvoeden, vertelt Karin. Puppy-instructeurs heeft KNGF dan nog niet in dienst en Karin weet niet eens wat een labrador is. Vandaag de dag kent ze het ras door en door. ‘Ze hebben allemaal hun eigen karakter, maar in de grote trekken zijn de labradors wel een eenheidsworst. Hoewel, de broer van Klipper kwam logeren en een groter contrast kon je niet hebben.’

Het terugbrengen van Larry doen ze op de Amsteldijk Noord waar KNGF dan naartoe is verhuisd. Larry schopt het tot blindengeleidehond. Als Karin hoort dat zijn baas met hem een demonstratie gaat geven op een hondenshow in de Brabanthallen, is ze zo nieuwsgierig dat ze ernaartoe gaat. ‘Op die show vroeg de client of we een demonstratie wilden zien. Dat wilden we natuurlijk wel. De man zei: “Zoek uitgang.” En Larry loopt zo langs al die honden die er zijn en negeert alle hondensnoepjes die er op de grond liggen en bracht hem feilloos naar de uitgang. Dat vonden we ongelooflijk.’

Mechelse herder

Nummer 3 wordt een Mechelse herder. Karin moet er even over nadenken, maar Hans houdt zo van herders. Ze besluit het een kans te geven. Als het niet bevalt, zit je er een jaar aan vast. Hoe erg kan het zijn, denkt ze. ‘Een probeersel van KNGF die we met 3 maanden kregen. Als je bij hem kwam, ging hij grommen. Hij greep een keer een vriendin van mij die op bezoek was. Niet echt bijten, maar toch. Toen heb ik KNGF gebeld, want begeleiding was er nog niet.’

Een KNGF-instructeur komt langs om de Mechelaar te bekijken. ‘Hij ging er mee wandelen en ik dacht dat ik die hond nooit meer terug zou zien’, vertelt Karin. Maar de instructeur denkt dat de hond het kan halen. Het is echter wel veel werk. Of Karin dat wil. ‘Ik zet mijn schouders er wel onder’, is haar reactie en ze krijgt de hond zover dat hij naar school kan. Purdey slaagt en komt terecht bij een man in Rotterdam. Elk jaar ontvangen ze van hem een brief waarin hij schrijft hoe blij hij met de hond is en dat het goed gaat.’ De brieven vinden ze leuk, maar van alle honden die naar school gaan en afstuderen, willen Hans en Karin vooral weten dat het ze goed gaat. Ze hoeven de honden niet terug te zien. Na Purdey is Karin haar angst voor herders voorgoed kwijt en zal er nog een aantal met liefde opvoeden voor KNGF.

‘Je ziet ze nu niet veel meer. Je hebt nu meer kruisingen herders. Er zitten er nu ook een paar in de kennel’, weet Karin te melden. ‘Die zijn van Mirko. Dus dat zijn kleinkinderen van Garry. Mirko heeft al 98 pups voortgebracht.’ Ze houdt het allemaal nauwkeurig bij, want het meest hebben Hans en Karin toch met de vaderhonden.

Vaderhond Garry

Aan moederhonden zijn ze nooit begonnen. Ze weten al dat ze de vraag kunnen verwachten nadat ze hun woonkamer hebben uitgebouwd. Karin: ‘Die zorg voor die kleintjes die toch makkelijk ziek worden of heel soms dood worden geboren. Ik denk niet dat ik daar tegen zou kunnen.’ Maar als KNGF belt met de vraag of ze wel eens hebben nagedacht over een vaderhond, stappen ze 3 dagen later in de auto om er eentje op te halen. Het wordt Garry, die ze nog steeds in huis hebben.

Als ze toe zijn aan hun 40e pup, mogen ze voor hun jubileum zijn zoon Mirko opvoeden. ‘We hoopten er heel erg op, maar het was toch een verrassing dat ze Mirko speciaal voor ons uit Zwitserland hadden laten komen. De Zwitserse moeder Astra was in Nederland namelijk door Garry gedekt.’ Ook deze telg schopt het tot vaderhond. Er is een vaderhond en er zijn 3 moederhonden uit de lijn van Garry gekomen en met al die mensen hebben Hans en Karin veel contact. Zo komt Mirko wel eens logeren en dan mag Hans - als het nodig is - op stel en sprong naar Amstelveen rijden omdat hij moet dekken op het KNGF-terrein.

Binnenkort gaan ze op familiebezoek bij Branca, een dochter van Garry die net haar 2e nestje heeft gekregen. Laatst hebben ze met het fokgastgezin van Mirko nog een lange strandwandeling gemaakt en samen gegeten. ‘Dan komt Mirko toch naast je zitten en als ik opsta kijkt hij van: ga je weg en kan ik mee? Echt een kind van Garry en als je Garry ziet, dan weet je waarom. Het is dat aanhankelijke, het naast je willen zitten en je met die grote ogen aankijken. Dat is het ‘m. En dat hebben ze niet allemaal.’

Een uitzonderlijk pleeggezin

Hans en Karin is al meegedeeld dat Klipper sowieso geen vaderhond wordt. Karin: ‘Er zit teveel ‘Garry’ in, zeggen ze. Er zou nog wel een moederhond uit deze lijn geselecteerd kunnen worden. Hopelijk krijgt Mirko nog een moederhond als nakomeling, anders stopt de lijn van Garry.’
De foklijnen van Garry zijn niet zichtbaar in de wc, die zitten vooral in het hoofd bij Hans en Karin. Maar alle glazen raamhangers met daarop de foto van de hond, de naam en het jaartal van afstuderen erin gegraveerd, laten zien hoe uitzonderlijk is wat Hans en Karin hebben gedaan. Het grootbrengen van meer dan 40 assistentiehonden, geheel vrijwillig en verspreid over zo’n 4 decennia, vraagt om veel geduld en doorzettingsvermogen en toont hun betrokkenheid bij het welzijn van anderen. Mede dankzij hun goede zorgen wordt de hond een onmisbare steun voor iemand die meer vrijheid en zelfredzaamheid zoekt. ‘En weet je waarom ze in de wc hangen?’ zegt Hans tot slot. ‘Eigen roem stinkt!’

Onze website gebruikt cookies