

Met assistentiehond Osja aan haar zijde is Diana niet meer uit het veld te slaan
‘Als je in een rolstoel zit, denken voorbijgangers dat ze allerlei persoonlijke vragen kunnen stellen’, zegt Diana (40). ‘Of ze praten tegen je alsof je een kleuter bent. Of ze negeren je, omdat ze mensen in een rolstoel “raar” vinden. Vroeger werd ik daar verdrietig en boos van. Sinds ik Osja heb, trek ik me er minder van aan. Bovendien breekt een hulphond het ijs. Daardoor worden gesprekjes makkelijker. En als iemand mij toch staat aan te gapen, richt ik mijn aandacht gewoon op Osja.’ Met Osja aan haar zijde is Diana niet snel meer uit het veld te slaan.
Heupoperatie gaat fout
Dat was wel anders toen Diana voor het eerst een rolstoel kreeg. ‘Ik ben geboren met een niet-volgroeide heup. Daardoor liep ik altijd met een soort tic en met pijn. Op mijn 14e voorspelde een orthopeed dat ik op mijn 30ste in een rolstoel zou zitten. Niet iets dat je wilt horen op die leeftijd, dus ik duwde het weg. Tot ik rond mijn 27ste spontane spierscheuringen kreeg, vergezeld van andere medische problemen. Een ingewikkelde heupoperatie zou verlichting brengen, maar dat ging faliekant mis. Opeens zat ik echt in een rolstoel en was het “niks aan te doen; leer er maar mee leven”. Ik had voor veel dagelijkse handelingen hulp nodig en was aangewezen op thuiszorg. Dan werd ik tegen 11.30 uur uit bed gehaald en om 19.00 uur legden ze me er weer in. Ik had maar acht uur leef-tijd per dag. En ik was pas 27!’
“Wij hebben veel veerkracht, want niks komt vanzelf”
Thuiszorg de deur uit
Diana werd depressief door haar beperkingen en haar afhankelijkheid van anderen. Het zette haar aan het denken over een ADL-assistentiehond. En zo kwam, na een intake bij KNGF en een wachttijd, zeven jaar geleden Osja haar leven binnenwandelen. Een lieve, gele labrador. Diana: ‘Zij kon mij helpen met deuren openen, dingen van de vloer oprapen of mijn niet-meewerkende been op de bank leggen. Geweldig. Door Osja kon ik weer zelfstandig naar buiten, waar ik in mijn eentje altijd tegenop zag. Ik was zo blij. Ik woonde toen met mijn vriend samen en hij hielp mij met liefde hoor. Hij liep bij thuiskomst altijd een rondje door ons appartement om alles op te pakken wat ik in de loop van de dag had laten vallen. Maar nu kon Osja dat doen.’ Ook de thuiszorg kon dankzij Osja grotendeels de deur uit.
Osja wil graag helpen
‘Het was wennen om taken uit handen te geven aan een hond’, weet Diana nog. ‘Maar als je ziet hoe enthousiast Osja alles doet… Ze wil zó graag helpen. Af en toe schiet mijn heup uit de kom en heb ik mijn vriend nodig om mijn heup goed te zetten. Osja komt dan tussen ons instaan zo van “hé, en ik dan?”. Dan gooit mijn vriend een paar sokken door de kamer die Osja mag halen. Heeft zij ook een taakje en kan hij mij intussen helpen’, vertelt Diana lachend. Diana en haar vriend zijn nog altijd samen, maar Diana is op zichzelf gaan wonen toen Osja kwam. ‘Het appartement van mijn vriend viel niet verder aan te passen voor mijn handicap. En Osja nam zijn taken over; met haar hulp kan ik voor mijzelf zorgen. Daardoor zijn mijn vriend en ik weer een liefdesstel, in plaats van dat hij mijn hulpverlener is. Dat voelt veel beter.’

Mooi leven teruggekregen
‘Dankzij Osja heb ik een mooi leven teruggekregen’, stelt Diana beslist. ‘Natuurlijk heb ik gerouwd om wat mijn lichaam niet meer kan. En toen ik mijn werk niet meer kon doen. Ik heb farmacie gestudeerd en werkte in een apotheek waar ik radioactieve vloeistoffen maakte. Ik vond mijn werk leuk, was er goed in, maar op een gegeven moment was het fysiek niet meer te doen. In het begin zat ik depressief thuis; ik voelde me minderwaardig.’
Politie en brandweer helpen
Hoe anders is dat nu. Diana: ‘Ik ben volledig afgekeurd, maar zit allesbehalve stil. Ik ben vrijwilliger bij een organisatie die politie, brandweer en ambulancedienst traint om hun werk beter te doen door rampsituaties na te spelen. Wij spelen dan een rol. Soms ben ik zogenaamd uit mijn rolstoel gevallen en slaat Osja alarm door te blaffen. Of hulpverleners moeten bedenken hoe ze mij van een trap afkrijgen, want ik werk natuurlijk niet mee. Het is erg leuk om te doen. En we zorgen er meteen voor dat mensen met een beperking beter worden geholpen als er echt iets gebeurt. Ik kan dat doen dankzij Osja. Zij geeft mij een enorm stuk vrijheid.’
Geen gouden afscheidsklokje voor Osja
Voor haar goede werk wordt Osja beloond met Diana’s uitstekende verzorging en dagelijkse wandelingen. ‘Zij vindt alles leuk en is zo relaxt. Niet lui, maar ontspannen. Stabiel. Het is een lief, zachtaardig meisje.’ Dat meisje gaat wel richting de tien: de pensioengerechtigde leeftijd. Diana: ‘Ik sta op de wachtlijst voor een opvolgende assistentiehond. Natuurlijk zie ik daar tegenop. Het zal wennen zijn. Maar Osja blijft bij mij hoor! Ik kan me niet voorstellen dat ik tegen haar zou zeggen “Bedankt voor acht jaar trouwe dienst, hier is je gouden klokje en doei”. Ze is bij zo veel “eerste keren” geweest. De eerste keer de straat op, naar een concert… Ik kan haar niet bij iemand anders brengen. Gelukkig hoeft dat ook niet. Ik heb ruimte voor twee honden, ook financieel. Ik hoop dat Osja en haar opvolger maatjes worden. Ik heb er vertrouwen in dat KNGF ook nu een goede match voor mij zal maken.’ ‘Door Osja ben ik zelfstandig en gelukkig. Mensen hoeven niet te doen alsof mensen met een beperking zielig zijn. Wij doen harder ons best dan een “valide” persoon. We hebben meer veerkracht, want niks komt vanzelf’, aldus Diana. ‘Zo, en nu gaan we lekker de natuur in, om onze beide koppies leeg te maken.’