Erop of eronder: Jabbley doet eindexamen
Het is een spannende dag voor geleidehond in spé Jabbley: hij doet eindexamen. Tijdens een route in hartje Amsterdam bepaalt Coördinator Kwaliteit Kees Tinga of hij klaar is om als blindengeleidehond aan de slag te gaan. Tekstschrijver Chantal Saba schaduwt het duo tijdens deze doorslaggevende wandeling.
Labrador/golden retriever Jabbley springt vol goede moed uit de KNGF-trainingsbus. ‘Ik hoop dat je wandelschoenen aan hebt’, lacht Kees. ‘Deze hond heeft een pittig looptempo’. Jabbley schiet inderdaad fanatiek uit de startblokken. Kees legt me al lopende uit wat de opzet is van deze test: ‘Ik bepaal de route en geef opdrachten, maar verder laat ik het gewoon gebeuren vandaag. Jabbley mag laten zien hoe zelfstandig hij kan werken. Of hij in staat is om met oplossingen te komen voor alle uitdagingen onderweg.’ Het klinkt een beetje als een autorijexamen, bedenk ik me.
Kabaal
Jabbley laat een serie mooie handelingen zien. Kees: ‘Hij zoekt tussen de paaltjes en geparkeerde fietsen een ruime plek waar wij kunnen oversteken. Heel netjes.’ Aan de overkant van de straat blijft Jabbley keurig stilstaan om de stoeprand aan te geven. We lopen door. Een bouwcontainer blokkeert de stoep en Kees glundert: ‘Kijk, dit is Amsterdam: dit krijg je cadeau! Door al die verbouwingen kun je mooi zien hoe een hond omgaat met obstakels.’ Er valt een lading dakpannen in de container. Dat maakt een kabaal van jewelste, maar Jabbley loodst ons er onverstoorbaar langs.
Hindernisbaan
In een straat met rijtjeshuizen zegt Kees: ‘Zoek de deur’. Er zit een addertje onder het gras: pal voor de deur staat een bouwsteiger. Jabbley laat zich niet beetnemen. Hij verspert de doorgang en voorkomt hiermee dat Kees zijn hoofd zou stoten. We lopen richting een parkeervak met een betonnen rand. Kees: ‘Ik hang expres een beetje naar links, richting die rand. Daar kan een cliënt makkelijk over struikelen. Jabbley duwt me hard terug, zo van: vriend, dat kan helemaal niet wat je nu doet. Heel knap.’
Misstap
Het wordt Jabbley expres een beetje lastig gemaakt. De stoep gaat over in een hoge, stenen richel die plotseling ophoudt. Nog één stap verder en Kees zou naar beneden vallen: ‘Dit is levensgevaarlijk voor iemand die weinig tot niets ziet. Het is vergelijkbaar met de rand van het perron, of van een gracht. Les één naar cliënten toe is dan ook: stap nooit voor je hond uit.’ Jabbley demonstreert direct wat er bedoeld wordt. Aan het einde van de richel snijdt hij Kees de pas af. Zelfs na herhaalde commando’s om door te lopen, houdt Jabbley zijn poot stijf. Ik kijk er met diepe bewondering naar.
Kniehoogte
Jabbley moet ook alert zijn op obstakels boven zijn hoofd. Een hond kijkt vanaf kniehoogte naar de wereld. Je kunt je voorstellen dat het bijzonder veel concentratie vraagt om zijn totale omgeving voortdurend te scannen. In het park vraagt Kees: ‘Had je gezien hoe Jabbley me langs die overhangende takken loodste?’ Dat was me totaal ontgaan. Welke overhangende takken? Gelukkig lette Jabbley wél goed op.
Bakkerskraam
We lopen over de markt: een echte vuurdoop. Een mix van geuren, honden, mensen en geluiden zorgt voor heel wat afleiding. We stoppen bij de bakkerskraam terwijl Kees broodjes koopt. Ook hier toont Jabbley zich een rots in de branding: hij wacht rustig totdat er is afgerekend. We vervolgen de route en Kees vraagt: ‘Zie je dat? Jabbley kiest uit zichzelf de juiste looprichting. Met een visuele beperking weet je soms niet meer van welke kant je aan kwam lopen.’
Knuffelen
We eindigen weer bij het startpunt. Kees hoeft er geen twee tellen over na te denken: ‘Deze hond is geslaagd, hij weet gewoon waar hij mee bezig is.’ Zijn tuig mag af en dan volgt de kers op de taart: ik mag Jabbley en zijn maatje Raffle, die ook eindexamen deed met een collega, uitgebreid knuffelen. Als de honden weer in de trainingsbus zitten en ik het viertal uitzwaai bedenk ik me verheugd: straks wordt een cliënt van KNGF gebeld. Die krijgt te horen: ‘Zit je er klaar voor? Je mag je hond ontmoeten. Zijn naam is Jabbley.’