Jan en zijn buddyhond Bouba zijn een hecht team. Jan vertrouwt voor emotionele steun op zijn hond, maar in de maanden rond de jaarwisseling gaat dat moeizaam. ‘Bouba is dan uiterst voorzichtig. Bij de eerste vuurwerkknal die hij hoort maakt hij rechtsomkeert, met zijn staart tussen de benen.’

KNGF vroeg tijdens een eerder onderzoek 292 hulphondenbazen naar hun ervaringen met vuurwerk. Ruim 9 op de 10 mensen met een buddyhond ervaren vuurwerkknallen als heel vervelend. Jan maakt deel uit van die statistiek en wil het graag persoonlijk toelichten: ‘Ik woon in een klein dorp waar pakweg van oktober tot maart vuurwerk is. Op een avond, 2 jaar geleden, ging er iets mis. Bouba en ik liepen buiten langs een buurtfeestje. De gasten staken plotseling vuurwerk af en Bouba sloeg helemaal op tilt. Hij draaide zich om en sleurde me zowat naar huis. Hij ging in zijn mand liggen en kwam er niet meer uit.’ Bouba was zodanig aangeslagen dat hij in de dagen daarop niet meer naar buiten wilde. Met veel pijn en moeite durfde Bouba langzaamaan weer de straat op. Jan had er nodige zorgen over: ‘Mijn hond bleef schichtig en waakzaam. Hij schrok zelfs van het dichtslaan van een autodeur. In het donker wandelen met Bouba, dat kon ik vergeten. Hij durfde dat niet meer.’

Kleine vriend

Tijdens dit interview wordt Jan soms afgeleid door Bouba. De twee zijn hecht met elkaar. Jan noemt zijn hond “kleine vriend” en spreekt hem zorgzaam toe. Hij legt uit wat eraan voorafging: ‘Ik heb 40 jaar bij de politie gewerkt, waar ik door allerlei incidenten PTSS heb gekregen. Ik zat eigenlijk opgesloten in mijn huis. Het grootste deel van de dag zat ik op één stoel. Precies op een punt dat ik kon overzien wat er buiten gebeurde en wie er aan de deur kwam.’ Op die manier overleefde Jan ruim 2 jaar. Het was een sociaal isolement voor hemzelf en zijn gezin. ‘Feestjes werden me snel te veel, ik liet mijn gezicht zien en vertrok weer. Sociale contacten ging ik zoveel mogelijk uit de weg. Ik hoopte dat een buddyhond me zou motiveren en uitdagen. Dat ik weer naar buiten zou durven, zonder gelijk naar huis te willen vluchten.’

Terug bij af

Jan had goede hoop, maar ook weinig ervaring met honden. Toen hij Bouba voor het eerst ontmoette werd hij totaal overrompeld door liefde. ‘Dat was een heugelijke dag. Bouba klom bij me op schoot en begon me te likken. Vanaf dat moment was ik verkocht.’ Tussen baas en hond groeide een vertrouwensband en het leven werd aangenamer. ‘Bouba was de afleiding die ik nodig had en daardoor werd buiten zijn hanteerbaar. We gaan nog steeds niet vaak samen naar de winkels. Juist die plekken maken me onzeker. Maar nu kan ik tenminste zelf bepalen of ik het sociale leven opzoek of niet. Het was een lange weg om dat te bereiken.’ Juist om die reden zijn de herfst- en wintermaanden zwaar voor Jan. Omdat Bouba zoveel angst heeft voor vuurwerk, leven zij teruggetrokken. ‘We zijn weer een beetje terug bij af in die periode’, zegt Jan. ‘Als het geknal heel erg wordt, dan gaan mijn vrouw en ik naar een vakantiehuis. Daar is geen vuurwerk. Heerlijk om daar met zijn drieën tot rust te komen, maar we kunnen daar niet maandenlang schuilen.’

Meer over het onderzoek

Meer over het onderzoek

Vuurwerkknallen hebben forse impact op het leven van veel mensen die afhankelijk zijn van een hulphond, zoals mensen met een visuele beperking en mensen met PTSS. Geschrokken hulphonden kunnen hun werk vaak tijdelijk of langdurig niet uitvoeren, met alle gevolgen van dien. KNGF Geleidehonden heeft met een petitie opgeroepen tot een permanent verbod op consumentenvuurwerk met strenge handhaving.

Lees meer over het onderzoek

Kanonschoten

Jan doet zijn best om ook thuis zijn draai te vinden. Bouba en hij doen alleen de broodnodige loopjes naar buiten, want de hond moet toch zijn behoeften doen. ‘We proberen eerst de bekende losloopgebieden, maar daar staat de jeugd vaak ook te knallen. Die laten zichzelf daar ook uit, bij wijze van spreken. Bouba en ik hebben de deal: zodra er vuurwerk klinkt, gaan we gelijk naar huis. Soms rijden we dan met de auto naar de polder, waar het rustig is. Zo zoeken we naar mogelijkheden en kunnen we er redelijk mee omgaan.’ Op de vraag of Jan hoopt op een vuurwerkverbod antwoordt hij: ‘Het hoeft niet, want ik ben niet pertinent tegen vuurwerk. Zelf heb ik er ook goede herinneringen aan. Toen ik jong was vond ik het hartstikke leuk en mijn kinderen genoten er ook van. Maar die knalletjes van toen, zijn tegenwoordig kanonschoten geworden. Het wordt steeds gekker met die lawinepijlen en nitraatklappers. Je moet tegenwoordig de ramen uit de huizen blazen.’ Jan is groot voorstander van georganiseerde vuurwerkshows. Hij licht toe: ‘Zo’n evenement is op één locatie en op een vast moment. Daar is iedereen mee gediend. Mensen kunnen genieten van vuurwerk en alle hondenbezitters kunnen er goed rekening mee houden.’

Onze website gebruikt cookies