We zitten op de zolderkamer in het gebouw dat we nog altijd de ‘oude kennel’ noemen. Het doet nu dienst als kantoorruimte. Als Kees en Irma tientallen jaren geleden bij KNGF aan de slag gaan, is dit gebouw de kennel waar alle honden in opleiding verblijven. Het voelt wat onwennig voor Kees en Irma, want waar begin je als je allebei 31 jaar bij KNGF Geleidehonden hebt gewerkt?

Kees: ‘Nu ik heb besloten om met mijn werk te stoppen bij KNGF, komt er heel veel bovendrijven. Wat hebben we toch veel meegemaakt in al die jaren. Thuis heb ik een werkkamer ingericht en dat is gewoon een geleidehondenkamer. Wat heet, een mini-museum.’
Wie Kees kent, weet dat hij een wandelend archief is op het gebied van geleidehonden. Al jaren verzamelt hij alles wat met geleidehonden te maken heeft. De verzameling spullen en alle verhalen uit het verleden, heeft hij gebundeld in het boek 'Vooraan! Honderd jaar blindengeleidehond', dat in 2016 is uitgekomen.

Kees Tinga en Irma van Hoeven voor het hoofdgebouw

Maar eerst hoe het allemaal is begonnen. Kees, hoe ben je bij KNGF terechtgekomen?

‘Ik trainde al mijn eigen jachthonden en ik liep met ze op de Ginkelse Heide toen ik de boekhouder van KNGF tegenkwam. Hij had ook jachthonden en vroeg of ik niet interesse had om een keer bij KNGF te kijken. Dat leek me wel wat, maar zonder de intentie om er te willen werken. Zogezegd zo gedaan en ik vond het leuk om gezien te hebben. Daarna belde hij op met de mededeling dat er een vacature was voor een aspirant-instructeur. Ik besloot de baan aan te nemen. Er was nog geen opleidingstraject. Je werd aan een instructeur gekoppeld en je liep daar hele dagen achteraan. Tijdens het trainen van honden en tijdens instructie van cliënten. Het werk vond ik fantastisch. Je had veel vrijheid om je uren zelf in te vullen. Je kon lekker trainen in Amsterdam met je honden. Het is prachtig om een hond zover te krijgen dat hij iemand met een beperking kan helpen. En we deden veel zelf. In het weekend had je als instructeur op gezette tijden in je eentje weekenddienst.’

Ging het trainen van honden je meteen goed af?

‘Ik denk het wel, want ik mocht al vrij snel zelfstandig instructies doen. Ik was bijna een jaar in dienst toen ik mijn eerste thuisinstructie mocht doen. Je leert uiteindelijk het meest van de cliënten voor wie je aan het werk bent. Ik weet het nog goed. Het was bij Gerrit van der Meij, een cliënt met doof blindheid. Stond ik daar als jong pikkie. Een paar jaar later werd het onrustig bij KNGF en ben ik tijdelijk bij de politie gaan werken.’

Irma, hoe kwam jij in aanraking met KNGF?

‘Als klein meisje was ik al gek van honden. Na een verhuizing mocht ik een hondje uit het asiel. Daar was ik altijd mee in de weer en met de dalmatiër van mijn opa. Ik deed appèl-oefeningen, puur op mijn gevoel. Ik bedacht dat ik hondentrainer wilde worden, maar gaandeweg kwam ik erachter dat dit helemaal geen beroep was toen. Blindengeleidehonden kende ik wel, dus zodoende wilde ik blindengeleidehondentrainer worden.

Rode draad in de carrière van Irma

Uiteindelijk gaat Irma een Schoeversopleiding doen, omdat je daar altijd wel wat aan hebt. Na verschillende uitzendbaantjes rijdt ze met haar moeder naar KNGF en belt ze aan. ‘Ik was 19 en zei: “Ik wil hier komen werken.” De dame die opendeed zei dat er een vacature voor een telefoniste/typiste zou komen en toen heb ik gesolliciteerd en kreeg de baan. Ik had het prima naar mijn zin in die functie. Het kwam niet in mij op om trainer te worden. Dat is eigenlijk de rode draad in mijn carrière geweest; ik genoot van het werk dat ik deed en had dat werk jaren kunnen doen. Dankzij mijn toenmalige leidinggevenden werd ik geprikkeld en gestimuleerd om verdere stappen te nemen en heb ik uiteindelijk ook het lef gehad om zelf kansen die er lagen te zien en te pakken. Ik ben daar erg door gegroeid.’ Kees breekt in: ‘Ik kan shinen omdat Irma op de achtergrond alles onder controle heeft. Die credits wil ik haar geven. Je hoort mij vaak de mooie verhalen vertellen, maar zonder Irma lukt me dat niet.’

Burenpraatje leidt tot nieuwe baan

Dan verlaat ook Irma tijdelijk KNGF vanwege de toenmalige onrust binnen de organisatie. Ze gaat heel wat anders doen. Doosjes chocola vullen aan de lopende band en ze werkt een tijdje bij haar zus in een marketingbedrijf. Kees en Irma zijn praktisch buren en ze komen elkaar geregeld tegen als ze de hond uitlaten. Kees is dan alweer KNGF-instructeur en vertelt Irma over de vacature bij de afdeling puppy- en pleeggezinnenzorg. Irma twijfelt aan haar capaciteiten voor de functie maar solliciteert toch. Ze wordt inderdaad afgewezen, maar mag wel als kennelmedewerker aan de slag en dat doet ze.

Brainstormen hoe het beter kan

‘Ik was weer compleet in mijn element’, glundert Irma. Ik had dat werk jarenlang met veel plezier kunnen doen.’ Totdat het toenmalige hoofd van de kennel haar vraagt of ze de BAT (basistraining van de honden op school) wil doen. Gesteund door het toenmalige kennelhoofd grijpt Irma haar kans. Met succes. Na een jaar wordt ze leerling-trainer, dan instructeur, senior instructeur en uiteindelijk hoofd-instructeur/teamleider. Haar Schoevers-achtergrond zet ze in voor allerlei bijkomstige administratieve zaken zoals de weekplanning van de honden en de planning van de instructies. Een ingewikkelde puzzel omdat niks zo veranderlijk is als levende have. Irma is voor KNGF eigenlijk een spin in het web vanwege haar begincarrière op het secretariaat. Doordat de organisatie dan nog een stuk kleiner is, springt ze bij waar nodig. Op elke afdeling doet ze zo vaardigheden op. Als ze later hoofdinstructeur is, heeft ze veel profijt van alle ervaring. Omdat ze het reilen en zeilen van alle afdelingen kent, kan ze goed met een helikopterview naar zaken kijken. Kees is op dat moment ook hoofdinstructeur en teamleider. Met het toenmalige team bedenken ze van alles om te professionaliseren en te innoveren. Ze brengen de wachttijd voor een nieuwe geleidehond terug, ze voeren het jaarlijks afleggen van nazorgbezoeken in en brainstormen graag over hoe ze de opleiding van geleidehonden naar nog een hoger niveau kunnen tillen. Irma houdt het niveau ook hoog als ze zich meer gaat richten op het opleiden van collega’s tot instructeur. Hele ‘klasjes’ heeft Irma geleerd aan haar hoge standaard te voldoen.

Op instructie naar Amerika

In die periode komt ook de internationale samenwerking goed op gang. Kees: ‘Je kunt het je nu niet voorstellen, maar er was een periode waarin een Amerikaanse geleidehondenschool, de Guiding Eyes for the Blind, te veel honden had. Toen ben ik met twee cliënten naar New York gevlogen om daar instructie te doen met twee honden van de Amerikaanse geleidehondenschool. Liepen we daar op Grand Central Station. Ik zag hoe de Amerikaanse cliënten aan de arm werden meegenomen door het station. Ik zei tegen mijn cliënt: “Gaan wij niet doen toch?” Dus hup, het commando “vooraan” en daar gingen we. Je had die Amerikanen moeten zien kijken.’ Irma: ‘Ik vond het helemaal niks dat jij toen naar New York ging. Het was vlak na 9/11.’

‘Universele geleidehond bestaat niet’

Later was de situatie omgekeerd en had KNGF wel de honden maar niet de instructeurs. Kees: ‘Toen zijn er honden van ons in training gegaan bij Engelse collega’s en dan ging ik halverwege de opleiding kijken hoe het ging. Dat was niet gemakkelijk.’ Een universele geleidehond bestaat namelijk niet. Wat een hond moet kunnen, hangt af van de achtergrond en de cultuur van een cliënt. Irma: ‘We horen altijd dat KNGF-honden veel initiatief tonen. Nederland heeft een volle infrastructuur. De honden bij ons moeten alles beheersen. Daarbij hebben wij een strengere selectieprocedure. Je komt bij ons pas in aanmerking voor een geleidehond als je een bepaald percentage zicht hebt. Dat is in andere landen ook anders geregeld. Je kunt daarom echt niet zomaar een Britse instructeur hier neerzetten en andersom.’

Buitenlandse scholen keuren

In 2007 start Kees als assessor bij IGDF, met behoud van zijn baan als hoofdinstructeur en teamleider. Als assessor reist hij naar geleidehondenscholen in het buitenland om te controleren of er volgens de afgesproken richtlijnen wordt gewerkt. ‘De assessors van toen werden heel hooggewaardeerd. Ik vond het een hele eer om die rol te mogen vervullen.’ Tot 2018 reist hij zo op gezette tijden de wereld over als assessor. Van Canada tot Duitsland en van Korea tot Italië. Op basis van zijn bevindingen moet hij op een bepaald moment het IGDF-keurmerk van een geleidehondenschool intrekken. Hij is de eerste en de enige die tot zo’n zware beslissing moet besluiten.

Vertrouwen krijgen

Kees en Irma laten hun hele carrière nog eens aan zich voorbij flitsen. ‘Weet je wat het is, we zijn steeds verder in het vak gerold, omdat anderen ons het vertrouwen gaven dat het zou lukken. Doordat anderen in ons geloofden kregen we vleugels en durfden we stappen te zetten.’ Zoals meewerken aan de invoering van de nieuwe honden-carrières bij KNGF. Kees: ‘Zelfs ik had daar aanvankelijk weerstand tegen. Want wat wist ik nou van PTSS? Voor alles geldt: wil je honden trainen dan moet je je doelgroep kennen. Ik ben de eerste bij KNGF die een opleiding volgde om met deze doelgroep te leren omgaan. Uiteindelijk raakte het project me heel erg. De eerste twee cliënten die van ons een buddyhond PTSS kregen toegewezen, waren veteranen uit Libanon. Ik ben daar geweest als militair. Dan komt het wel heel dichtbij en denk je: zo had mijn leven ook kunnen lopen.’ Alle hulphonden hebben hun eigen kwaliteiten, maar wil Kees benadrukken: ‘De blindengeleidehond is toch wel het moeilijkst om te trainen. Die honden moeten leren te gehoorzamen en ongehoorzaam zijn als de situatie daarom vraagt.’

Honden laten slagen

Irma: ‘Sinds een jaar of vijf neem ik bijna alle eindtesten voor mijn rekening samen met Kees. Dat betekent dat ik met de hond door Amsterdam ga lopen om te kijken of hij het geleidewerk beheerst. Ik bepaal dus of een hond aan het werk mag als blindengeleidehond. Nagenoeg alle honden die nu bij een cliënt zijn, heb ik of Kees laten slagen.’ Daar blijft het niet bij, want een hond kan nog zo goed zijn in zijn werk, een succesvolle carrière hangt af van de juiste match. Met haar jarenlange ervaring met zowel honden als cliënten, kan Irma goed bepalen wat bij wie werkt. Irma: ‘Je kunt stellen dat ik de match heb gemaakt voor alle blindengeleidehonden die nu in functie zijn.’

Wat hebben jullie in al die jaren werken met honden en cliënten van ze geleerd?

Irma: ‘Een hond is altijd eerlijk. Een hond vraagt niks. Ik kan een rotdag hebben, maar zodra ik met een hond op stap ga, ben ik meteen weer blij en vergeet je je rotdag. Niet dat cliënten niet speciaal zijn, want die geven me ook heel veel voldoening, maar ik heb inmiddels toch een lichte voorkeur voor de training van de honden. Bij Kees is dat andersom.’ Kees: ‘Er zijn bepaalde mensen die inderdaad heel belangrijk voor mij zijn. Bijvoorbeeld de reeds genoemde Gerrit van der Meij. Deze meneer was doof blind. Dat heeft zoveel indruk op mij gemaakt. Dat iemand die dubbel beperkt was, zoveel levenslust had.’

Wereld op meerdere manieren ervaren

Allebei noemen ze een jongen met een verstandelijke beperking, inmiddels een volwassen man. Irma: ‘Hij wilde graag een hond, maar van ons moest hij wel werkaanbod hebben. Hij besloot de route naar zijn oma en de route naar de snackbar te leren. Binnen een maand kende hij de routes op zijn duimpje. In die tijd hadden we cassettebandjes met daarop de theorielessen. Hij kende de bandjes al snel uit zijn hoofd. Met zijn blindengeleidehond werd hij zelfverzekerder. Hij groeide door de steun van zijn hond en het verantwoordelijkheidsgevoel dat erbij kwam kijken.’ Kees voegt nog toe dat hij van cliënten heeft geleerd dat je de wereld op zoveel andere manieren kunt ervaren. ‘Ik weet nog dat ik met een cliënt tijdens een instructie door de stad liep en hij toen zei: “Hield je je adem nou in?” Hij hoorde gewoon dat het een spannend moment was.’ Als laatst noemt Kees een hele jonge cliënt. Op haar 14e kreeg zij al haar eerste blindengeleidehond. Kees: ‘Ik wil daarom aan iedereen meegeven: durf die stap extra te zetten voor mensen.’

KNGF’ers voor even BN’ers

Ook passeert de NCRV-documentaireserie nog even de revue. Daarin schitteren Irma, Kees en andere KNGF’ers en worden ze gevolgd in hun werkzaamheden. Kees is er nog jaren op aangesproken, want moest hij nou echt die te dikke hond weghalen bij die uiterst vriendelijke meneer? Irma: ‘Als ik die beelden zie, ben ik weer helemaal die instructeur. Dan zit ik helemaal in het nostalgische gevoel van die periode en ben ik apetrots. Dankzij alle cliënten ben ik heel anders tegen het leven aan gaan kijken. Hoe zij altijd vertrouwen hebben in de toekomst, ondanks vallen en opstaan, sterkt me. Dat ik nu de moeilijke beslissing neem om KNGF achter me te laten neem ik daarin mee, want ik geloof erin dat het goedkomt met mij.’ Kees en Irma stoppen per 1 november bij KNGF Geleidehonden, maar elkaar zullen ze nooit uit het oog verliezen. ‘Het beste wat me bij KNGF is overkomen is de vriendschap met Irma’, besluit Kees. ‘Die vriendschap is een mooi gevolg van jaren intensieve samenwerking!’

'Onvergetelijke bijdrage geleverd'

Directeur-Bestuurder Monique Dolfing: ‘Wij zijn Kees en Irma enorm erkentelijk voor alles wat ze voor KNGF, de cliënten en de honden hebben betekend. Ze hebben met hun ruim 30 jaar een onschatbare en onvergetelijke bijdrage geleverd aan hoe KNGF zich heeft ontwikkeld. Daarvoor spreek ik mijn waardering uit en ik wens ze beiden heel veel succes toe in de toekomst.’ Namens de raad van toezicht voegt Doede Vierstra daaraan toe: ‘De bijdrage van Kees en Irma aan KNGF gedurende de afgelopen jaren en hun expertise op het gebied van geleidehonden zijn boven discussie verheven. Wij zijn Kees en Irma dan ook veel dank verschuldigd over wat ze voor KNGF hebben betekend. Namens de Raad van Toezicht wens ik ze het beste in de toekomst.’

 

Onze website gebruikt cookies