‘Buddyhond Walley is mijn rolstoel. Ik heb ‘m nodig’
Als Michel met zijn vrouw ergens een kop koffie wil drinken, wordt hij vanwege zijn buddyhond geweigerd. Liever denkt Michel niet meer terug aan het voorval, want het leverde een stressvolle situatie op voor alle partijen. Toch deelt hij zijn verhaal om ermee te voorkomen dat iemand anders hetzelfde moet meemaken.
Waar veteraan Michel gaat, gaat Walley ook. Michel heeft een chronische posttraumatische stressstoornis (PTSS). Daardoor kan de spanning bij hem snel oplopen of hij belandt van het ene op het andere moment in een herbeleving. Zijn buddyhond Walley signaleert het snel als Michel in de stress schiet. Eerder dan hij het zelf doorheeft.
Wonder op vier poten
‘Walley is de stabiele factor in mijn leven’, vertelt Michel. ‘Alleen met Walley erbij kan ik allemaal dingen doen. Zonder hem zou ik het gewoon niet kunnen of in ieder geval niet lang volhouden. Het duurt maanden voordat je zo goed op elkaar bent ingespeeld, maar nu hoef ik Walley maar in zijn ogen te kijken om te weten dat het goed gaat. Ik kan meer op hem vertrouwen dan op mezelf. Hij is gewoon een wonder op vier poten en kent mijn grenzen beter dan ikzelf. Dan kijkt hij me aan en lijkt te zeggen: “Vriend, het is tijd om naar huis te gaan.”’
Nooit meer zonder buddyhond op pad
Sinds Michel Walley heeft, is hij nooit meer zonder zijn buddyhond op pad gegaan. ‘Ik moet er eerlijk gezegd ook niet aan denken. Walley is bij me als ik naar de supermarkt ga of naar de stad. In de winkel blokkeert hij door tussen mij en winkelend publiek te gaan staan waardoor mensen niet meer te dichtbij kunnen komen. Verder trekt Walley mij uit herbelevingen die altijd kunnen opkomen en wekt me bij nachtmerries. Dan springt Walley bovenop me en daar word ik dan wakker van.’
Veel opmerkingen door een onzichtbare aandoening
Michel kan dus niet zonder zijn buddyhond. Toch moest hij er in het begin erg aan wennen. ‘Als PTSS’er heb je een onzichtbare aandoening. Loop je met een hulphond met een dekje om dan is het opeens voor iedereen zichtbaar dat je iets mankeert.’ En toch ook weer niet, want doordat je PTSS niet kunt zien, roepen mensen als snel dat de hond niet mee naar binnen mag, is Michels ervaring. ‘Je krijgt zo vaak opmerkingen. En acht van de tien keer is het uit onwetendheid. Zodra ze horen dat het om een hulphond gaat, is Walley wel welkom. Door Walley kan ik een winkel binnenstappen. Alleen speelt altijd door mijn hoofd: wie gaat er een opmerking maken over de hond? Het zou zoveel stress schelen als ik dat niet hoef te doen. Als mensen eerst eens goed naar die hond kijken en kunnen zien dat ik een KNGF-buddyhond bij me heb voordat ze me aanspreken. Je moet er toch vanuit gaan dat ondernemers bekend zijn met de regels?’
‘Die hond komt er hier niet in!’
Eén voorval zal Michel nooit meer vergeten. Hij vertelt erover, omdat hij hoopt dat iemand anders dit niet hoeft mee te maken. ‘Ik wilde een keer met mijn vrouw koffiedrinken bij een tankstation langs de snelweg. Gewoon omdat we dat kunnen dankzij Walley. Het was coronatijd en er bleken te veel mensen binnen. Net toen ik mij weer wilde omdraaien om naar buiten te gaan, riep de medewerkster: ‘En die hond komt er hier ook niet in!’ Ik antwoordde rustig dat de hond volgens de wet naar binnen mag en dat het om een hulphond gaat. Maar de vrouw wilde niet luisteren en zei: ‘Ik ga jou niet helpen met je hond. Je mankeert niks, want je bent niet op je mondje gevallen.’
Geen koffie, wel gekleineerd en vernederd
Normaal zou ik denken, we gaan wel. Maar ik stond in mijn recht. Ik wilde gewoon een kop koffie drinken met mijn vrouw. In plaats daarvan werd ik gekleineerd en vernederd. Op zo’n stressvol moment begint de PTSS ook bij mij op te spelen. Er kwam een waas voor mijn ogen en ik wilde bijna de deur uit het etablissement trekken van woede. Omstanders gaven me ondertussen gelijk en boden aan te getuigen. Buiten belde ik trillend de politie om te voorkomen dat de situatie zou escaleren. Ondertussen zat de medewerkster ook vol stress na mijn heftige reactie.’
College stelt Michel in het gelijk
Michel ontving geen excuses van de betrokken medewerker van het tankstation. Daarom besloot hij om de zaak voor te leggen bij het College voor de Rechten van de Mens om te oordelen of er in deze zaak sprake was van discriminatie. Michel werd in het gelijk gesteld. De medewerkster had hem en Walley niet mogen weigeren. Het concern achter de franchise-onderneming beloofde beterschap en zou welkomstickers bestellen voor alle franchise-locaties. Michel hoopt vurig dat dit is gedaan en dat niemand met een hulphond ooit nog de deur wordt gewezen. ‘Als mensen in rolstoel bij een winkel komen, zeggen ze ook niet: komt u maar, maar laat uw rolstoel buiten. Walley is mijn rolstoel. Ik heb ‘m nodig.’