We waren elkaars vijand, jij en ik. Tienduizenden jaren lang. Tot we besloten samen te werken. We werden jullie stoere helpers bij de jacht. Hoewel, stoer: in de middeleeuwen hingen jullie ons vol met juwelen, goud en zilver. De vijand van vroeger werd een schoothondje voor de adel? Als voormalig wolf schaam je je toch dood!

Alleen jullie kinderen maken nog kennis met onze wolfachtige voorouders. Zij slapen 's nachts in met sprookjes, over geitjes, en meisjes met rooie kapjes, die worden opgevreten, waarna mijn familielid bruut wordt omgebracht. En dat meisje staat te juichen. Ik snap het niet! Terwijl ik kinderen echt om op te vreten vind. Nou ja, niet- je begrijpt wat ik bedoel.

Ik doe spelletjes met je, ik kan tot vijf tellen, rekenen, en wel 250 woorden en gebaren onthouden. Ik kan ervoor zorgen dat je het leven weer ziet zitten, dat je je fijn en beschermd voelt. Dat is wel even wat anders dan een boze wolf. Ik denk dat mijn voorouders daar best trots op zouden zijn.

Ah, ze komen uit school!

Vandaag neem ik je mee op een nieuw avontuur. Ook een sprookje, maar dan echt gebeurd, ga je mee?

Kom maar! Kom maar, Valko.

Hé!

Oh, heb je Freek gemist? Kijk, nou hebben ze sloffen gepakt voor jou.

Zo, wat mooi!

Mooi, hè? Ze is zo blij, als je thuiskomt, Freek. Wil je beneden of boven?

Koptelefoon.

Je koptelefoon? Die had ik- boven in de mand, Freek.

Ik ben Daisy. ik ben 37 jaar.

Ik ben Freek, ik ben 10 jaar. En dit is mijn hond Valko. Hij helpt me met in slaap vallen. Als ik verdrietig ben maakt hij me soms weer blij, dan gaat hij in mijn gezicht likken, zodat ik moet lachen. Gewoon een soort broertje-achtig iets.

Freek was denk ik rond tweeëneenhalf jaar, dat we dachten: "Hij ontwikkelt zich anders." Freek wilde graag alles in rijtjes neerzetten, alles gestructureerd hebben. Hij werd snel boos, overprikkeld. Hij wilde bijvoorbeeld, als hij aan het huilen was, getild worden. Maar niet naar jou toe, maar van jou af. En met drieënhalf hebben wij de diagnose autisme gekregen, bij Freek.

Wij lopen echt wel tegen problemen aan met onze zoon. Dat hij bijvoorbeeld de straat over rende in die tijd. Een wandelingetje in de supermarkt was voor hem heel lastig, want hij zag bijvoorbeeld chipjes staan die niet recht geordend waren. Dus hij ging naar die chips toe om het allemaal netjes neer te zetten. Elk dingetje op de grond wilde die oprapen, wilde die opruimen. Dus hij raakte onwijs overprikkeld van alleen maar een boodschapje halen in de supermarkt.

Je bent eigenlijk 24 uur per dag bezig, met het kind, om zijn wereld - ze noemen het ook wel eens - vanuit een auti-bril te kunnen bekijken. Zelf heb ik daardoor ook een burn-out gekregen, omdat ik niet meer wist-- Ik heb een moederrol, ik heb een begeleidende rol. Ik ben ook nog een vriendin. Je hele wereld verandert eigenlijk, want je staat 24 uur per dag aan voor je kind, uiteraard.

En er waren momenten dat we heel weinig afspraakjes konden maken. Mensen op visite uitnodigen is heel lastig, want je weet dat het gevolgen heeft, en dat je daar soms één of twee dagen lang nog mee bezig bent, om weer die spanningsboog een beetje omlaag te krijgen. En dat zijn momenten dat je wel eens denkt, als ouders, van: "Phoe! En nu, hoe gaan we dit nu verder doen?"

Ik was aan het werk, en daar lag een tijdschrift, en in dat tijdschrift stond een artikel over KNGF Geleidehonden, en het ging over autisme. Ik had het gelezen, en ik dacht meer aan zwaargehandicapte kinderen met een vorm van autisme, of die zichzelf niet konden redden, waarbij de hond echt nodig is in de zin van: hulp bieden.

Op een gegeven moment lazen we ook dat het juist voor de kinderen was die goed konden communiceren, of tenminste: goed met de hond konden omgaan. Nou ja, Freek is een dierenvriend. Dus de jongen die daarin beschreven werd, dat was precies zoals Freek is. Kinderen komen in aanmerking voor een autismegeleidehond tussen de vijf en zeven jaar, was toen de regel. Ik dacht: "Oh, het is gewoon een unieke kans, we gaan het gewoon doen."

Ik weet wel: het eerste wat hij zei: "Mam, hij stinkt." Maar een hond heeft gewoon een hondengeurtje, en dat was hij niet gewend. We hebben samen Valkogewassen, en daarna was het ook goed. En nu zit hij alleen maar aan hem te ruiken, hij vindt het het allermooiste wat er is.

Een autismegeleidehond van het KNGF heeft ook een tuigje, zoals een blindengeleidehond, alleen zit dat tuigje nog met een riempje vast om het middel van het kind. Dus die zitten aan elkaar op die manier gekoppeld. Ik merkte al gauw, doordat Freek aan de hond vastzat, dat je ook niet in paniek hoefde te zijn. Je hoeft van tevoren niet te overzien wat voor verkeer er rijdt, want Freek zit vast aan de hond, en ik heb de hond vast. Dus het was gewoon heel handig, want voor de stoep zeiden we tegen de hond: "Sta!" En de hond bleef staan. En ook al liep Freek de straat over, de hond bleef staan.

Dus hij werd geremd door de hond, waardoor Freek zoiets had van: "Wat gebeurt er eigenlijk om me heen?" Hij kreeg een soort besef van: "Waar ben ik? Oh, wacht even, ik ben op de stoep, ik moet even wachten, want dat zei mama net" Dan heeft hij de tijd om daar toch wat langer over na te denken, om het te verwerken, en uiteindelijk toch te reageren op wat ik zei. Dus het gevoel dat hij dat dan zelf deed, was gewoon enorm. Hij had een stukje zelfvertrouwen terug, ik ook, en hij ook, want hij deed het zelf.

Ja, goed zo!

Valco gooit dan de dobbelsteen, en dan zeg ik: "Ja, goed zo!" Ga maar gooien!

Nou, wat denk je dat hij gaat gooien?

Ik denk dat hij gaat gooien: vijf.

Ik denk drie.

Ik denk vier.

Wat gaat die gooien? Een drie!

Oké, nog een keer. Ik denk één.

Oké, dan moet Valko even zitten. Zit.

Sinds we Valko hebben, hebben we Valko kunnen inzetten - een beetje creatief moet je daarmee omgaan - om Freek te helpen met aankleden. Dan denk je: "Hoe gaan we dat doen?" Want het is een groot probleem voor Freek. Het geeft heel veel stress. Hoe kunnen we nou zorgen dat Valco hem daarbij helpt? Hoe hebben we dat gedaan? Ik stond in de keuken, zoals ik altijd sta, en Freek had bedacht: "Ik ga in de gang staan." In de gang is het natuurlijk lekker rustig, een lekker klein plekje. En Freek nam wat snoepjes mee voor de hond, en ik nam wat snoepjes mee voor de hond.

Op die manier voeg ik aan Freek: "Oké, kan Valko komen?" "Ja," zei Freek. Dus wat deed ik? Ik hing een onderbroek over Valko zijn rug heen. Ik zei: "Ga maar naar Freek." En Valko loopt naar Freek, en Freek beloont hem met een snoepje, en die pakt zijn onderbroek, en hij doet hem zelf aan. Ik wist überhaupt niet wat me overkwam: dat hij zelf die onderbroek aan kón doen. Dus dat was al een hele overwinning, zowel voor Freek als voor mij. Ik was verbaasd: "Wauw, het gaat heel makkelijk." Dus ik dacht: "Die houden we erin."

Dus ik Valko weer terugroepen: "Kom maar!" Dus Valko werd weer door Freek naar mij gestuurd. Ik gaf Valko weer een snoepje. En het volgende kledingstuk: een hemd. "Ga maar naar Freek brengen." "Ja, Valko, kom maar!" En hij deed zijn hemd aan, totdat hij helemaal aangekleed was. Echt geweldig!

En dat heeft Freek al zoveel meer geholpen. Hij was ineens binnen drie minuten aangekleed, in plaats van dat we er 20 minuten over deden.

Hij kwam volgens mij met één spelletje, of zo. Ik weet niet. Gelijk pootje, of zo. En rollen? Nee, rollen niet.

Ja, dan gaan we ons verstoppen en dan hebben we allemaal een snoepje, en dan moet hij ons gaan zoeken.

Ik lig achter de mand.

Ik ben achter de gordijnen.

Mag Valko komen zoeken?

Ja.

Ja.

Valko, ga maar zoeken. Zoek Freek. Ja!

Het leek alsof Valko wist dat hij er voor Freek was, dat is heel bijzonder. School is iets wat Freek heel veel spanning oplevert. Op school is het niet zichtbaar en gaat het allemaal heel goed, maar zodra hij thuiskomt, heeft hij gewoon enorm veel spanning. Ik was in Freek zijn kamer, en daar waren we zijn huiswerk aan het leren. Freek is perfectionistisch, die wil alles tot in detail weten. Dus elk woordje wil hij uit zijn hoofd weten. Dat is gewoon heel vermoeiend voor hem.

En nadat hij zoveel spanning had opgebouwd, ben ik bij hem gaan zitten, op de grond. Maar Freek had zich verstopt onder een kleedje, en ik merkte al dat er weinig communicatie mogelijk was. Ik kreeg Freek niet meer rustig. Dus het enige dat ik kon doen is bij hem zitten, en wachten tot het weer wat beter ging. Want alle woorden die ik gebruik, of als ik hem aanraak, alles is op dat moment te veel. Dus het enige wat ik kan doen is bij hem gaan zitten, op de grond.

En op een gegeven moment wordt zijn deur opengeduwd, en staat Valko voor de deur. Dus een beter moment had hij natuurlijk niet kunnen uitkiezen, want: "Graag, Valko." Dus Valko staat voor de deur, en die duwt die deur open met zijn neus. Dat was echt alsof hij zei: "Tada! Hier ben ik!" En Valko springt op het bed, pakt een knuffel van het bed, en loopt naar Freek toe. Die begint Freek pootjes te geven, waardoor Freek eigenlijk zoiets had van: "Hé, wat gebeurt er?"

Dus op een gegeven moment is Valko bij hem gaan liggen, die is heel strak tegen hem aan gaan liggen. Dus ik heb Valko benoemd van: "Nou, fijn dat je Freek wil troosten." Dus Freek had al het gevoel: "Valko helpt mij." En ik zie die hand onder het kleed vandaan komen. Hij begint Valko te aaien, ik zie zijn hoofdje te voorschijn komen, en ik kon afstand nemen. Na tien minuten ben ik gaan kijken, en Freek en Valko lagen samen op zijn bed, precies zoals die normaal ook had gedaan. En er was weer communicatie mogelijk. Ik dacht: "Valko , je bent echt een held."

Het is gewoon weer fijn om contact te hebben met je kind, je ziet dat hij gelukkig is. En alleen maar doordat er een hond bijstaat die hem begrijpt, die hem helpt, die overal voor inzetbaar is. Want hij wil graag werken, en hij wil graag helpen. Dat is heel mooi.

Hersenspel in de kennel

Uit de kennel. Goed, even gedag zeggen. Kom maar. Hij weet al wat we gaan doen, dus hij is lekker enthousiast.

Ik ben Charlotte, ik werk in de kennel. We staan nu bij de kennel van Oakley. Oakley is een blonde labrador, en daar gaan we lekker puzzeltjes mee doen. Daar worden ze lekker moe van in hun koppie. Hij is lekker een ochtendje thuis, dus dan vermaken we hem op die manier.

En soms is het ook een stukje voorbereiding, want sommige van onze honden worden ook buddyhond voor kindertjes. Dan is puzzelen één van de dingen die ze wel bij hun nieuwe baasje gaan doen. En dan kunnen wij ze alvast een beetje manieren aanleren, waarop ze dat netjes kunnen doen. Dat ze netjes wachten, zodat dat kindje waar ze dan bij terechtkomen, dat heel erg op een prettige manier met ze kan oppakken.

Goed man! Dat is netjes wachten van jou.

Dit is een puzzel in de vorm van een bot, van plastic. Er zitten allemaal schuifjes in. Onder elk schuifje kun je een koekje neerleggen, en dat kan de hond dan met zijn neus schuiven, of met zijn poten schuiven. En dan moet hij echt proberen om het koekje er onder vandaan te halen.

Goed man, netjes liggen van jou. Heel knap!

We moeten hem natuurlijk wel even belonen, als hij netjes blijft liggen, want dat is heel knap van jou. Doen we zijn halsband af. Kijk eens? Doe maar, ga maar zoeken!

Hij leert om rustig bezig te zijn, hij leert een stukje zelfbeheersing. Hij leert ook problemen op te lossen, en een beetje doorzettingsvermogen. Maar hij leert ook om lekker samen bezig te zijn, het is ook een stukje ontspanning voor ze. Terwijl ze wel wat uitdaging krijgen om lekker met hun koppie bezig te zijn, want uiteindelijk wordt een hond daar moeër van dan van een uur wandelen. Eigenlijk zeggen ze dat vijf minuten hersenwerk ongeveer gelijk staat aan een uur wandelen, qua prikkels, voor hun hoofd.

Ja, is die leeg? Dan ga je weer terug naar je kennel, man! Kom maar. Ga je mee? Kom maar, deze kant op. Een mooi dopje? Goed, vent!

Nu wordt het tijd voor een plas, en lekker snuffelen aan een soortgenoot. Want al vinden jullie ons niet altijd lekker ruiken, ik vind die wilde lucht heerlijk. Het doet me denken aan vroeger tijden: hoe wij wolven in onze roedel met elkaar speelden. Volgende keer beleven we een muzikaal avontuur, en kom ik samen met mijn baasje terecht op de vrijmarkt. Want ook al zie je niks, met mij aan je zij ben je vrij. Tot die tijd: vergeet niet, in elke pronkhond, in elk Kooikerhondje, schuilt diep van binnen nog steeds die wilde wolf.

Onze website gebruikt cookies