Vraag het aan…Mary Mei, deelnemer PAWS-workshop
Tijdens deze cursus heeft Mary geleerd hoe ze haar eigen hond kan inzetten bij haar kinderen met autisme.
Wat heb je met PAWS bereikt?
‘Ik merkte voor het eerst dat onze labradoodle Spot echt hielp toen onze begeleider er was en mijn zoon een spelletje moest doen om te leren omgaan met winst en verlies. Het spel ging niet zijn kant op en hij stond op verliezen. Normaal zou hij dan naar een speelhuisje in de tuin vertrekken om daar wel een uur lang boos te blijven. Met onze hond erbij ging mijn zoon onder tafel zitten en 10 minuten met hem knuffelen. Daarna kwam hij weer aan tafel. Daar was ik wel even van onder de indruk.’
Hoe zetten jullie de hond in?
‘Voor ons is de grootste waarde van de hond dat hij onze kinderen – die een vorm van autisme hebben – troost biedt. Als ze driftbuien hebben of verdrietig zijn gaan ze op de grond zitten en dan komt hij bij hen. En dat helpt. Daarnaast is de hond een fijn speelmaatje. Sociaal contact is voor onze kinderen lastig; met andere kinderen spelen daardoor ook. Onze labradoodle wil altijd spelen. Ze maken via hem makkelijker contact. Tijdens het uitlaten maken ze een praatje met andere hondenbezitters. Ze vertellen ook heel trots over hem, wat ze een mooi gespreksonderwerp geeft.’
Hoe hebben jullie de workshop beleefd?
‘Je kunt er met al je vragen over honden terecht, zoals over hondenrassen. Tijdens de cursus ga je oefenen met echte honden en dat is leuk en leerzaam. Wat ook prettig is, is dat iedereen die de cursus samen met jou volgt je goed begrijpt. Andere mensen zeggen weleens: “Mijn kind heeft soms ook een driftbui”. Deze groep ouders heeft aan een half woord genoeg om te snappen in welke situatie je zit.’
Wat is het voordeel van PAWS?
‘Door samen de cursus te doen kwamen we goed op één lijn te zitten wat betreft de opvoeding van de hond en kregen we een realistisch beeld. Ook hebben we geleerd hoe we een hond kunnen “lezen” en was er veel aandacht voor het welzijn van de hond; hoe je dat waarborgt en hoe belangrijk dat is. Deze huishond – met de extra vaardigheden die we in de cursus hebben geleerd – is voor ons goed genoeg. Daardoor hoeven we geen plekje in te nemen van mensen die wel een professionele hulphond goed kunnen gebruiken.’