Anneloes (31) heeft een baan als communicatiemedewerker, is getrouwd en moeder van 2 kinderen. Niets bijzonders zou je zeggen. Wat het nét even anders maakt, is dat Anneloes een blindengeleidehond heeft. Samen met Dascha reist Anneloes rap en veilig naar crèche, werk en winkelcentrum.

‘O wat schattig! Is die van jou?’ De vraag overvalt me een beetje. Mijn dochtertje kraait van plezier in de draagzak op mijn buik. ‘Eh, jazeker,’ zeg ik en ik voel de verwonderde blik van deze mij onbekende dame. ‘Hoe zorg je dan voor haar?’ Het is een zonnige dag, ik ben vrij, heb net wat boodschappen gedaan en ben nu even lekker aan de wandel met dochter en hond. En dan dit. Ik onderdruk een zucht en zeg luchtig: ‘Hoe bedoel je?’ Wat moet ik anders zeggen? ‘Geef je haar zelf eten?’ Ik denk aan de zakjes moedermelk in de vriezer en aan de stukjes fruit die de kleine meid al helemaal zelf naar binnen werkt. ‘Ja, of mijn man, of de oppas als ik moet werken,’ zeg ik. 

Ik weet al wat er nu komt – en ja hoor: ‘O, werk je dan?’ Overduidelijke verbazing in haar stem. Ik knik. Dascha komt kwispelend naast me staan. Ze heeft even heerlijk door het gras gerold en sprintjes getrokken met een andere labrador. Dat heeft ze ten slotte ook nodig. ‘Je hond doet zeker alles voor je?’ Ik houd mezelf voor dat ze het vast goed bedoelt. ‘Ze zorgt ervoor dat ik buitenshuis veel gemakkelijker van A naar B kom,’ zeg ik. Ze denkt toch niet echt dat Dascha luiers verschoont? Ik grinnik bij het idee. ‘En jouw man, is hij ook, eh…’ Nu moet ik echt lachen. ‘Nee hoor, hij is niet ook eh,’ zeg ik. Zou ze ook aan oude mensen vragen hoe het is om slecht ter been te zijn?

Dascha weet al welke deur

De kleine meid begint te woelen. Etenstijd. Even later ligt ze thuis heerlijk aan de borst en Dascha ligt aan mijn voeten. Intussen vertelt mijn iPhone me dat het bijna tijd is om mijn zoontje op te halen uit de peuterspeelzaal. Ik tuig Dascha in, hijs mijn voldane meisje in de drager en zet er met Dascha stevig de sokken in. Ze draaft enthousiast voort, staat bij ieder stoepje keurig even stil, ontwijkt paaltjes evenals de kriskras geparkeerde auto’s en fietsen die rond de school staan. 
Ze weet al welke deur ik zoek. Ik ben op tijd. ‘Hé, mama!’ Toch mooi, hoe je als moeder meteen de stem van je kind eruit pikt. Blij komt mijn zoontje naar me toe en knuffelt mijn been. Dascha geniet intussen van de aandacht van een paar andere peuters. Ze weten dat ze haar mogen aaien, als ze het eerst even vragen.

Niet zonder trots

Op weg naar huis loopt Dascha een stuk minder hard. Ze is eraan gewend geraakt dat er af en toe een peuter aan mijn andere hand meeloopt. Mijn zoon noemt de kleuren van de auto’s die hij ziet en leest hardop de nummerborden. Ik kan helaas niet controleren of hij het goed doet, maar ik weet dat hij alle cijfers en letters die ik thuis aanwijs of opschrijf feilloos kan opnoemen.
‘O? Heb je ook nog een zoon?’ Help, daar is ze weer. ‘Ja,’ zeg ik, niet zonder trots, ‘En we gaan lekker naar huis om wat te eten.’ We lopen door en ik voel dat ze ons na kijkt. Ik begrijp het wel, maar toch… ‘Eten!’ echoot mijn zoontje opgetogen. 

Onze kleine optocht is bijna thuis. Ik peins nog wat na over al die vragen en het beeld dat sommige mensen van mij hebben. Toegegeven, een baby en een peuter combineren met een parttime baan is hard werken. Als slechtziende moeder moet ik ogen en oren wellicht nog wijder open houden en nog meer vooruit denken dan anderen. Gelukkig is mijn man er ook nog, dus ik sta hoe dan ook niet alleen. Of dit allemaal zo bijzonder is? Misschien, maar zelf vind ik het intussen behoorlijk alledaags.

Dit blog werd eerder op de website famme.nl gepubliceerd.

!-- salesforce-eu.123formbuilder.com script begins here -->
Onze website gebruikt cookies