Trainer en instructeur, wie doet wat?
Wat houden deze functies in en welke vaardigheden heb je nodig.
Eva van Meeteren van de afdeling Kwaliteit legt uit wat de functies trainer en instructeur inhouden, wat de verschillen zijn tussen deze functies en voor wie deze banen geschikt zijn.
Wat doet een trainer van hulphonden?
‘Veel mensen denken al gauw: ik heb affiniteit met honden, dus de baan ligt me wel. Het is veel meer dan ‘leuk in de weer zijn met honden’. Het is echt een uniek vak waarvoor je 2 jaar een opleiding volgt. Dat gebeurt intern bij KNGF Geleidehonden. Daarna ben je in staat om een hond te kunnen opleiden van de start van zijn opleiding tot het moment dat de instructeur de hond overneemt voor de instructie met de cliënt.
Dat is een behoorlijke investering, maar er komt ook veel bij kijken. Iedere hond leert dezelfde vaardigheden, maar iedere hond bereikt dat punt op zijn eigen manier. Daar speel je als trainer op in, het is maatwerk. De lat ligt hoog en je moet naar resultaat willen toewerken. De honden gaan uiteindelijk terechtkomen bij iemand met een beperking, ze moeten dus wel wat kunnen.
De honden train je overwegend op straat en in de buitenlucht. Dat betekent dat je werkt in een publieke ruimte. Je bent als trainer zichtbaar, je bent daardoor tevens een visitekaartje van de organisatie. Dat is wel iets om te beseffen. Je bewust zijn van wat je doet en hoe dat kan overkomen op de buitenwereld, is belangrijk. Ook een onderdeel van de functie is verslaggeving. Op gezette tijden schrijven trainers rapporten over de honden waarin de vorderingen worden bijgehouden.’
Welke vaardigheden heb je nodig als trainer?
‘Je bent resultaatgericht en kunt hoofd- en bijzaken scheiden. Goed kunnen inschatten wat op dat moment het belangrijkst is om op te focussen bij die betreffende hond. Je werkt daarbij volgens een trainingsplan, maar het is belangrijk dat je vindingrijk bent. Iedere hond heeft een andere benadering nodig om het vak te leren. Zwart/wit denkers redden het niet in dit vak. Je moet nuances kunnen zien en kunnen inbrengen. De intensiteit van de training hangt bijvoorbeeld af van de locatie waar je bent. Op sommige drukke plekken hebben honden op een zeker moment nog veel ondersteuning nodig van de trainer, terwijl ze in rustige straten al moeten laten zien dat ze zelfstandiger zijn. Bij de ene hond is consequentheid heel belangrijk voor zijn leerproces, terwijl de andere hond veel ruimte moet krijgen om te groeien in zekerheid.’
Welke mensen komen in aanmerking voor de functie?
‘KNGF-trainers hebben uiteenlopende achtergronden. Eén ding hebben ze gemeen: relevante ervaring met honden. Het heeft geen zin om te solliciteren als je alleen ervaring hebt met je eigen huishond en je daar in het weekend graag van alles mee onderneemt. Mensen uit de hoek van de dierverzorging reageren ook vaak ook op de functie, maar dieren verzorgen is echt iets anders dan dieren trainen. Als je geen affiniteit hebt met het ontwikkelen van vaardigheden en gedrag, heeft solliciteren geen zin. Als je dat niet hebt en je vindt honden vooral lief, dan is de functie niks voor jou.’
Wat doet een instructeur van hulphonden?
‘Als instructeur train je zelfstandig honden en leer je cliënten samenwerken met hun hond. Je leert bijvoorbeeld hoe ze hun routes kunnen lopen met hun blindengeleidehond, maar je geeft ze vooral een goede basis mee waarop ze kunnen voortborduren. Je probeert mensen aan te zetten om al het mogelijke eruit te halen. Je bent dus eigenlijk meer een coach. Je coacht in het leren werken met de hond en wat er kan.
Naast instructie leg je bezoeken af aan teams van baas en hond. Elk jaar bezoeken we elk team minstens één keer om te kijken hoe het gaat. Je bent dus vaak op pad in het land.
Er komt veel bij kijken om geleidehondeninstructeur te worden, het opleidingstraject is lang en uitgebreid. Het is zeker geen vrijwilligersbaan. Je hebt relevante ervaring nodig en vooral de juiste capaciteiten. Je kunt echt geen instructeur zijn zonder dat je weet hoe je honden traint. Je hebt dus eerst de opleiding tot trainer gevolgd. Om instructeur te worden krijg je nog een jaar langer opleiding. In het laatste jaar ligt de focus vooral op het leren hoe je instructie geeft aan cliënten met een hond.’
Welke vaardigheden heb je nodig als instructeur?
‘Je vindt makkelijk aansluiting bij degene die je voor je hebt. Je kunt goed inschatten wat iemand nodig heeft om te leren werken met zijn hond en kunt dat op de juiste manier aanleren. Aan die vaardigheden werk je veel tijdens je opleiding. Kunnen reflecteren op je eigen gedrag is daarom belangrijk. Verder ben je doortastend, want je zult zelfstandig knopen doorhakken. Het is een zelfstandige baan, maar niet geschikt voor einzelgängers. Je werkt namelijk ook samen met collega’s van verschillende afdelingen. Daarnaast is een zekere belastbaarheid van belang. Als je snel uit het veld geslagen bent, is deze functie niet geschikt. Je zult soms een lastige boodschap overbrengen, bijvoorbeeld als een hond toe is aan zijn pensioen. Je moet afstand kunnen nemen van je werk. Sommige situaties kunnen aangrijpend zijn. Voor de meeste instructeurs geldt dat de functie meer dan een baan is. Zeker tijdens je opleiding vraagt de functie veel van je. Het kan confronterend zijn, ook voor jezelf. Maar het is ook een hele mooie functie waarin je veel voor iemand kunt betekenen.’
Geen openstaande vacatures
Momenteel hebben wij geen openstaande vacatures. Houd onze website in de gaten en volg ons op LinkedIn om op de hoogte te blijven.