Schoolbezoek van een ambassadeur levert ontwapenende vragen op
Normaal gesproken zijn de gastbezoeken van onze ambassadeurs geschikt voor kinderen vanaf groep 4. Elisabeth maakte een uitzondering en besloot om alle kinderen van een basisschool te vertellen over haar leven met blindengeleidehond Minthe. Lees het verslag van drie minicolleges op maat.
Groep 1 en 2: ‘Is Minthe blind?’
‘Minthe begeleidde mij naar binnen en trok mij gelijk naar een stoel. De kleintjes zaten in een halve kring om mij heen. Wie bang was, zat wat hoger op een tafel. Minthe ging naast me liggen en na een korte introductie vroeg ik de kinderen of ze wisten waarom Minthe een werkjasje aan had. Eén kindje dacht dat ze het koud had. Een ander vroeg of Minthe blind was. ‘Minthe is niet blind’, antwoordde ik. ‘Minthe is eigenlijk mijn oogjes, want ik kan zelf niet zien waar ik loop. Als Minthe haar jasje aan heeft en ik de beugel pak, kan Minthe mij helpen om de weg naar huis te vinden. Zonder werkjas is ze een gewone hond die het leuk vindt om te spelen.’ Na ongeveer tien minuten deed ik Minthes tuig af. Een stormloop op haar was het gevolg. Gelukkig is ze gek op kinderen. Het werd één groot feest van rollebollen over de grond, kopje duikelen (dat doet Minthe wanneer ze blij is), aaiende kinderen en veel gegiechel.
Groep 3 en 4: ‘Bent u wel eens verdrietig omdat u niet kunt zien?’
De leerlingen kwamen met hun eigen stoel het lokaal binnen en gingen in een kring om mij heen zitten. Deze keer vertelde ik meer over het tuig van Minthe en legde ik uit waarom ze niet geaaid mag worden als ze aan het werk is. Daarna mochten deze kinderen vragen stellen. Dat was geweldig. ‘Bent u wel eens verdrietig omdat u niet kunt zien?’ vroegen ze. ‘Wat vindt u het ergste dat u niet kunt zien? Kan Minthe zien of het licht op rood of groen staat? Weet Minthe altijd de weg?’ En deze dan: ‘Wordt u wel eens gepest omdat u niet goed kunt zien?’
Alle vragen beantwoordde ik naar waarheid. ‘Natuurlijk ben ik wel eens verdrietig. Het ergste vind ik dat ik geen foto’s meer kan bekijken of kan zien hoe lief kinderen eruit zien. Ik word echt nooit gepest. Minthe kan zelf niet zien of het licht op rood of groen staat en ze weet ook niet altijd de weg. De weg moeten we eerst samen leren.’ Daarna deed ik Minthe haar tuig weer af. Deze keer kwamen de kinderen één voor één Minthe aaien.
Groep 5 tot en met 8: ‘Hoe vindt u de weg in een vreemde stad?’
Dit is veelal de doelgroep waaraan we op basisscholen voorlichting geven. Ik liet de kinderen eerst de voorlichtingsfilm van KNGF Geleidehonden zien, daarna mochten ze vragen stellen. Kinderen in deze leeftijd vinden de film over de geleidehonden wel genoeg informatie. Ze zijn veel meer geïnteresseerd in hoe ik kan lezen. Ik had braillekaartjes bij me en liet ieder kind zijn naam maken in braille. Daarna las ik alle namen op. Dat vonden ze prachtig. Vervolgens kwamen de vragen over hoe ik de weg vind in een vreemde stad. Ik haalde mijn iPhone tevoorschijn en liet zien wat ik er allemaal mee kan. De kinderen waren diep onder de indruk dat je met een iPhone waar niets op te zien is, hetzelfde kunt doen als wat ieder ander met een smartphone doet.’