‘Ik voel mij niet welkom, als mijn hulphond Eske niet welkom is’
Mayke heeft het Ehlers-Danlos syndroom (EDS). Bij EDS hecht het bindweefsel niet goed. ‘Bij mij uit de aandoening zich vooral in mijn gewrichten die snel uit de kom gaan en ik heb weinig energie. Voordat ik mijn assistentiehond Eske had, zat ik meer noodgedwongen op de bank. Ik ben snel overbelast en heb twee jonge kinderen die graag de aandacht van hun moeder willen. Met mijn assistentiehond Eske erbij kan ik simpele dingen, zoals drinken pakken waarbij Eske de koelkast en deurtjes open doet, weer zelf waardoor ik mijn energie beter kan benutten en gewoon mama kan zijn. We kunnen zelfs naar de Efteling met het hele gezin!’
In discussie om naar binnen te mogen
‘Het is zo belangrijk dat Eske overal mee naartoe gaat’, benadrukt Mayke. ‘Dankzij haar kan ik er immers op uit met mijn gezin.’ Van tevoren aankondigen dat ze met een hulphond langs wil komen, doet Mayke niet. Daar is ze ook niet toe verplicht. Mayke: ‘Ik wil de aanwezigheid van mijn hulphond niet groter maken dan het is. Helaas gebeurt het me op genoeg plekken dat ik eerst een discussie moet aangaan voordat ik met Eske naar binnen mag. Dat kost me onnodig veel energie.’
Persoonlijke aanval
Leuk is anders, weet Mayke: ‘Een discussie of een weigering voelt als een persoonlijke aanval. Ik word als persoon niet geaccepteerd, want ik heb Eske nou eenmaal nodig. Ze is een deel van mij. Vaak komen er meerdere medewerkers aangesneld om zich ermee te bemoeien. ‘Je moet het dan tegen drie werknemers opnemen die de hond niet willen toelaten.’
Ga er maar aan staan, maar Mayke laat zich niet zomaar de toegang van haar hulphond ontzeggen. ‘Van binnen kook ik. Ik probeer het niet te laten merken, maar dat lukt me niet altijd. Soms schiet ik toch in mijn emotie. Ik probeer rustig te vragen waarom het niet mag en laat ze dan verantwoorden waarom ze dat vinden.’
Weggaan is geen optie
De meeste argumenten om Eske te weigeren gaan over hygiëne. Mayke: ‘Ik ben dan de eerste om te zeggen dat schoenzolen van mensen viezer zijn. Iedere reden die ze aanvoeren, vermindert mijn plezier om ergens naar binnen te willen. Het is dan makkelijker me om te draaien en weg te gaan. Maar dat doe ik niet, want ik wil dat anderen profijt kunnen hebben van mijn overwinning, zodat zij niet hetzelfde hoeven mee te maken.’
Positieve ervaring met hulphond
Mayke heeft vaak succes. Ze heeft genoeg overredingskracht om haar hulphond toch mee naar binnen te krijgen. ‘Meestal doe ik dan compromissen die niet hoeven. Ik beloof bijvoorbeeld dat Eske uitsluitend bij het tafeltje blijft en niet meegaat naar het toilet. Ook al kan ze me daar goed helpen. Op dat moment wil ik daar graag zijn, dus ik ben bereid om dat compromis te sluiten. Eenmaal binnen probeer ik een voorbeeld te zijn, zodat ze kunnen ervaren hoe het is om een hulphond in hun zaak te hebben. Eske gaat altijd al snel rustig liggen en natuurlijk alsnog wel mee, met toestemming, naar het toilet. Ik moet een drempel over, maar de medewerkers ook, zodra ze zien hoe goed Eske het doen, stellen ze hun mening vaak bij.’
Mijn hulphond moet ik overal kunnen inzetten
Met een Hulphond is Welkom-sticker op de deur, is het voor Mayke veel relaxter om naar binnen te gaan. ‘Eske is een hulpmiddel, alhoewel ik vind dat het woord haar geen recht doet, ze is immers zoveel meer. Maar in eerste instantie is ze er voor mij als hulpmiddel en hulpmiddelen mag je niet weigeren. Net zoals je een rolstoel ook niet mag weigeren’, besluit Mayke. ‘Eske is niet voor niets aan mij toegekend, dan moet ik haar ook overal kunnen inzetten.’