‘Ik steun graag de “underdog”, de jonge hond die het in het begin moeilijk heeft op school’
‘Leuk dat jullie aan mij denken’, zegt Ronald als we hem vragen voor dit interview. Maar natuurlijk! Ronald is een geliefde collega die al sinds mensenheugenis in de kennel werkt. Dat wil zeggen - 26 jaar. Met net zoveel inzet als toen hij begon, zorgt hij voor de honden die op school verblijven tijdens hun opleiding en coacht hij nieuwe collega’s. Ronald is het perfecte voorbeeld van een medewerker die al heel lang trouw is aan KNGF Geleidehonden.
Zo op het oog ben je geen dag ouder geworden.
‘Nou…. Ik merk heus wel een verschil met 20 jaar geleden. Maar we mogen niet mopperen.’
Doe je het werk nog met net zoveel plezier als toen je kwam?
‘Jazeker. Ik vind het fijn om in een groep te werken en dat doen we in de kennel. Ik houd van mensen en van honden, dus ik zit hier zeker goed.’
Is er veel veranderd sinds de begin dagen?
‘Nog steeds houden we de kennel brandschoon en verzorgen we honden door ze te voeren, te borstelen, naar buiten te laten, enzovoort, maar zijn zeker dingen veranderd. Open dagen voor donateurs bijvoorbeeld, dat hadden we vroeger niet. Ik mag dan een rondleiding geven en vertellen wat we zoal doen in de kennel. Dat vind ik geweldig om te doen. Mensen zijn vaak erg onder de indruk van ons werk, het is leuk hen zo enthousiast te zien. Je spreekt dan mensen die KNGF een warm hart toedragen. Ik vind het boeiend om te horen waarom zij ons steunen, waarom ze ons in hun testament zetten. Tijdens zo’n dag komen dat soort verhalen los. Ik geef ook demonstraties, met een hond in opleiding, voor nieuwe pleeggezinnen. Dat doe ik hier, op ons eigen demoterrein. Dan kunnen de gezinnen meteen vragen stellen.’
Hoe houd je het 26 jaar vol?
‘Gewoon elke dag je wekkertje zetten en naar Amstelveen gaan’, lacht Ronald. ‘Nee maar serieus. Ik heb nooit een reden gezien om weg te gaan. De collega’s zijn prettig, de honden zijn leuk, het is een mooi doel, KNGF is een goede werkgever. Daar krijg ik nooit genoeg van.’
Je krijgt regelmatig nieuwe jonge collega’s, hoe ga je daar mee om?
‘Ik vind het erg leuk om jonge collega’s het werk uit te leggen en ze te begeleiden. Dat geldt ook voor de vele vrijwilligers die ons in de kennel helpen. Ik probeer iedereen op dezelfde manier te behandelen. Ieder draagt op zijn of haar manier bij en ik wil ze daarin zo goed mogelijk coachen. Dat vind ik een van de meest waardevolle onderdelen van mijn werk. In de kennel werkt een oude, trouwe club, maar er komen natuurlijk ook jonge medewerkers bij. We vullen elkaar goed aan. Soms stroomt een kennelmedewerker door naar de functie van bijvoorbeeld jonge honden trainer. Dat was vroeger lastiger, nu kan dat makkelijker, dat vind ik mooi.’
Welk onderdeel van je werk vind je extra leuk?
‘Ik wil altijd graag de underdog steunen. De hond die het moeilijk heeft als hij net op school zit. Als ik hem kan helpen om zich hier thuis te voelen, ben ik tevreden. Dat geldt ook voor nieuwe collega’s die wat meer moeite hebben hun draai te vinden. Die neem ik graag onder mijn hoede.’
Gaat het in de kennel erg gedisciplineerd aan toe?
‘De ochtend kent meestal strak programma van honden naar buiten laten, voeren, naar de trainingsbussen brengen, schoonmaken. Die structuur vind ik prettig. Tegelijkertijd is afwisseling ook aangenaam. En die is er ook. Wij weten bijvoorbeeld nooit van tevoren hoeveel honden er thuis blijven. Normaal gaan ze dagelijks op pad met hun eigen trainer/instructeur, maar soms moet deze iets anders doen, bijvoorbeeld een afgestudeerde hond afleveren bij een cliënt. Dan blijven de leerling-honden van deze trainer hier en gaan wij met ze naar het bos, of we doen appèloefeningen met ze. Dit soort taken verdelen we in overleg. Ik zeg bijvoorbeeld: “Ik wil vandaag graag met hond X in het hoofdkantoor de trappen oefenen”. Een ander wil graag in het bos in om gehoorzaamheidsoefeningen te doen met hond Y en te wandelen. Dat kan allemaal. We werken nu meer samen met de trainers dan vroeger. Die vragen ons soms bewust om trappen te oefenen, of een rondje supermarkt te doen, of extra te letten op het gedrag van een bepaalde hond in het bos. Zo helpen wij ook een klein beetje bij de scholing van de honden.’
Heb je nog een bijzondere gebeurtenis die je met de lezer wilt delen?
‘Dit is wel een aardige anekdote: In de oude KNGF-trainingsbussen waren de kennels voor de honden heel anders ontworpen dan tegenwoordig. Nu is het heel luxe, met airco en alles. Maar op een dag, lang geleden, liep ik met een collega en een leerling-hond in het bos, toen we opeens werden ingehaald door een voorbijganger. Hij zei: “Er staat een hond op het dak van jullie bus”. Wij dachten “ja, dat zal wel”, maar we gingen natuurlijk toch terug naar de parkeerplaats. En verrek, er stond een golden retriever op het dak! Als een aap was deze avontuurlijke hond naar boven geklommen en door het dakraampje gekropen. Hij was daar zelf ook een beetje beduusd van en heel blij dat ik hem naar beneden tilde en hij weer met vier poten op de grond stond. Dat kan nu absoluut niet meer hoor, de huidige kennels zijn helemaal klim-proof en veilig.’
Heb je zelf nog een hond?
‘Jazeker, thuis heb ik voor de tweede keer een afgekeurde KNGF-hond. Sverre, een kruising oud-Duitse herder en golden retriever. Hij is afgekeurd om medische reden, net als zijn voorganger. Mijn vriendin is gastouder voor kinderen en Sverre is daar superlief mee. We zijn erg blij met hem. En een betere stofzuiger vind je nergens’, grapt Ronald.
Ronald, op naar je 40-jarig jubileum!