Een hulphond moet altijd en overal welkom zijn. Maar wat kun je eigenlijk verwachten als je iemand met een hulphond binnenlaat? 

De hond is goed gesocialiseerd, professioneel getraind en gefocust op zijn werk. Klinkt goed, toch? Zo omschrijven we al onze professioneel getrainde assistentiehonden, maar wat houdt dat precies in? ‘Kort gezegd dat een hond niet voor overlast zorgt’, begint Michèle Herselman, coördinator kwaliteit bij KNGF Geleidehonden. ‘Dat wil zeggen dat hij zorgverleners, winkelpersoneel en andere bezoekers met rust laat. Niet aan tassen zit of aan spullen knaagt. Niet blaft, niet opspringt en niet zomaar met zijn neus in de schappen van een winkel zit.’  

 

Niet snel onder de indruk 

Daar hoef je dus niet bang voor te zijn, maar hoe gedraagt een officiële assistentiehond zich dan wél? ‘Van een professioneel getrainde hulphond mag je verwachten dat hij onder allerlei omstandigheden rustig blijft. In de ideale situatie staat hij rustig naast zijn baas, is hij onder appel en laat hij zich niet afleiden door allerlei prikkels in de omgeving. Te denken valt aan zoemende apparaten, langs rennende mensen, geuren en/of eten op de grond’, aldus Michèle.  

 

‘Assistentiehonden hebben aan een half woord genoeg om te weten wat ze moeten doen.’ 

Hoe kun je daarvan op aan? 

Al onze honden die de school verlaten zijn op allerlei plekken zoals op straat en in een drukke winkel getraind en getest op hun gedrag. Ook trainen en testen we hoe de hond omgaat met (plotselinge) geluiden en (onverwachte) aanrakingen. Al deze situaties maken we onderdeel van de training zodat een hond hier goed mee omgaat als de situatie zich voordoet. Verder zijn al onze honden zindelijk, ontwormd en gevaccineerd. 'We leren onze honden ook omgaan met de vrijheid die ze krijgen', vult Michèle aan.  

Geen robots, maar levende wezens 

Maar goed, honden blijven honden. Het zijn levende wezens en geen robots. Michèle: ‘Alle honden zijn anders: de een kan beter tegen afleiding dan de ander. Op zich is dat ook helemaal niet erg. Het is wel belangrijk dat de baas die erbij loopt tijdig ingrijpt als de hond voor overlast zorgt. Bijvoorbeeld door de riem kort(er) vast te houden, hem onder appel te zetten, of hem af te leiden met een brokje. Je mag ervan uitgaan dat een hulphond niet blaft, maar ook hierbij geldt dat we dat niet kunnen garanderen. In principe blaffen onze honden niet zomaar.’  

vrouw zit in rolstoel in horeca gelegenheid. naast haar een blonde hond in tuig die oplettend naar haar kijkt.

Aan een half woord genoeg 

En wat nou indien je als arts een patiënt in je behandelkamer krijgt met een PTSS-assistentiehond? Deze honden zijn getraind om te handelen als de spanning bij zijn baas oploopt. Kan een arts die patiënt met een gerust hart behandelen zonder ingrijpen van de hond? ‘Je hoeft in geen geval bang te zijn voor agressie of beschermend gedrag van de hond’, legt senior instructeur van PTSS-assistentiehonden Rijk van Kooij uit. ‘Van een PTSS-assistentiehond is het voor te stellen dat hij zijn baas gerust wil stellen als de spanning oploopt; daar is hij immers op getraind. De hond zal in geen geval agressie tonen, ook niet als de patiënt “Au” roept. Als de hond de spanning van zijn baas voelt en dichterbij wil komen om zijn baas gerust te stellen, is een snelle knuffel tussendoor misschien mogelijk. Daarna kan de cliënt de hond rustig laten afliggen in een hoek met het commando “blijf”. Onze cliënten hebben hun hond namelijk goed onder appel. Daar krijgen ze instructie in en we blijven dat begeleiden. De honden hebben aan een half woord genoeg om te weten wat ze moeten doen.’  

Alleen met jouw hulp 

Honden kunnen alleen maar uitgroeien tot knappe hulphonden die zich keurig gedragen en niet snel van de wijs te brengen zijn, met steun van donateurs! Help mee bereiken dat nog meer hulphonden aan het werk kunnen. 

Lees hoe je kunt steunen

Onze website gebruikt cookies