'Mijn buddyhond PTSS kwam op het juiste moment'
Dit artikel is eerder in ons magazine Uitgelaten geplaatst in december 2017.
5 jaar doormodderen terwijl je klachten verergeren en het steeds slechter met je gaat: Justin van der Kant (34) weet er alles van. Nadat er eindelijk posttraumatische stressstoornis (PTSS) bij hem werd vastgesteld, kwam hij vrij snel in aanmerking voor een buddyhond en kreeg hij zijn leven enigszins op de rit. ‘Als ik eerder had geweten dat mijn klachten bij PTSS hoorden, had ik veel leed kunnen voorkomen. Voor mij is het te laat, misschien dat anderen baat kunnen hebben bij mijn verhaal.’
Hoe zag je leven eruit voordat de eerste PTSS-klachten zich openbaarden?
‘Ik had een heerlijk leven, woonde samen met mijn vriend en werkte als politieagent in de binnenstad van Den Haag. Ik hield erg van reizen en ging minstens 2 keer per jaar op vakantie naar verre bestemmingen. Tijdens mijn werk genoot ik volop en kreeg veel complimenten, want ik deed mooie aanhoudingen en had veel heterdaadjes, zoals we dat zeggen bij de politie. Ik was een van de bikers. Dat betekent dat ik veel op een mountainbike door de binnenstad croste. Vaak met een maatje erbij, maar ook veel met assistentie op afstand. In die tijd kwam ik met veel geweldsdelicten in aanraking. Dat was toeval, maar het overkwam me zo vaak dat ik er binnen het politiebureau bekend om kwam te staan. Ik heb situaties meegemaakt waarin ik er echt alleen voor stond en moest vechten voor mijn leven. Ik ben een keer beschoten en heb tijdens het politiewerk veel kneuzingen, pijnlijke plekken opgelopen en ik heb 2 lichaamsdelen gebroken.’
Hoe verwerk je zulke heftige situaties?
‘Na een geweldsincident kreeg je in die tijd, pakweg 10 jaar geleden, bij de politie een gesprek en daarna dacht je: het gaat wel weer. Ik vond dat ik er goed mee kon omgaan. Tegelijkertijd ontwikkelde ik allerlei vage klachten, zoals erge jeuk aan mijn handen. De huisarts kon er geen oorzaak voor vinden. Achteraf bleek dat het een uiting van stress was. Ook krabde ik mijn hoofdhuid open en kreeg steeds vaker last van hartkloppingen. Meestal als ik met mijn partner onderweg was naar de stad om bijvoorbeeld een broodje te gaan eten. Ik was constant alert en op mijn hoede. Ik ontwikkelde straatvrees, kreeg ontzettende huilbuien en raakte depressief.
Mijn werk begon er onder te lijden. Ik werkte in het gebied rond bureau Jan Hendrikstraat in de binnenstad van Den Haag, dus van de hoeren tot de koning en alles wat daar tussen zit. Op den duur ging ik alleen in de sjieke wijk surveilleren, omdat ik me daar veiliger voelde. Er hoefde maar iets te gebeuren of ik schoot uit mijn slof en tijdens arrestaties trad ik steeds agressiever op. Dat bleef bij mijn collega’s ook niet onopgemerkt. ‘s Nachts kwamen de nachtmerries. Dan gaf ik per ongeluk mijn vriend een klap of maaide het lampje van het nachtkastje. Ondertussen had ik nog nooit van PTSS gehoord.’
Wanneer werd de diagnose posttraumatische stressstoornis vastgesteld?
‘In 2014 zag ik een uitzending van het onderzoeksprogramma Zembla waarin een oud-politieagent vertelde over PTSS en wat dat voor hem betekende. Toen pas viel bij mij het kwartje en kon ik gericht hulp inschakelen. Tot die bewuste uitzending was ik al 5 jaar bezig met klachten die alleen maar heftiger werden. Gisteren was mijn ex-vriend bij me op bezoek. Ik had het er met hem over dat ik dit interview zou geven en dat ik dat best lastig vond, omdat veel klachten inmiddels naar de achtergrond zijn verdwenen. Gelukkig maar. Hij zei: “Ik denk niet dat je hier nog had gezeten als je buddyhond Remi niet had gekregen.” Die hond kwam echt op het juiste moment.’
Op welk punt in je leven was dat?
‘Ondanks dat ik verschillende therapieën had gevolgd en aan sommige situaties redelijk normaal kon terugdenken, bleef ik serieuze klachten houden. Slapen ging bijna niet. De nachtmerries hielden aan en ik was constant alert op mijn omgeving. Ik was ten einde raad en suïcidaal. Totdat ik een keer bij een speciale PTSS-commissie van de politie op bezoek was en daar verschillende foto’s van buddyhonden aan de muur zag hangen. Naast de foto’s van de honden hingen de verhalen van hun bazen en wat de honden voor hen betekenden. Dat leek me wel wat. Ik ben opgegroeid met honden dus ik wist wat het inhield. Ik wilde graag een actieve hond, want ik ben graag fysiek bezig. Met de buddyhond zou ik weer naar buiten kunnen om te fietsen en te hardlopen.’
Na een selectieprocedure kreeg je buddyhond Remi, hoe was dat?
‘Remi was pas een week bij me en toen al waren mijn nachtmerries voor 100% afgenomen. Puur alleen de wetenschap dat Remi me wakker maakt als ik een nachtmerrie heb, zorgt ervoor dat ik ze niet meer krijg. Nu helpt Remi me vooral met de rust die hij naast me uitstraalt. Zijn aanwezigheid houdt me kalm. Remi komt altijd bij me in de buurt liggen als hij merkt dat ik nerveus word. Als ik onbewust ga zitten krabben, tikt hij me bijvoorbeeld aan. En dan ga ik hem aaien in plaats van mezelf openkrabben. Remi zorgt altijd voor fysiek contact. Dan ligt hij lekker bij me met zijn kop op mijn voet of hij zorgt ervoor dat er een poot tegen mijn been aan ligt.’
Je hebt buddyhond Remi inmiddels 2 jaar, hoe gaat het nu met je?
‘PTSS is bij mij pas in een laat stadium vastgesteld, daardoor zal ik altijd restklachten houden. Ik krijg vooral last op plekken waar veel mensen zijn en waar onverwachte dingen kunnen gebeuren. Ik zal nooit meer de drukte opzoeken of de binnenstad van Den Haag ingaan, maar verder gaat het redelijk met mij. Zo goed dat ik van het voorjaar besloot om op vakantie te gaan naar Maleisië. Mijn buddyhond Remi ging niet mee. Binnen een week had ik mijn nachtmerries terug. Ook kreeg ik een paniekaanval in het openbaar vervoer. Toen werd voor mij eens te meer duidelijk waar ik mijn buddyhond voor heb. Ik kan een redelijk normaal leven leiden, maar alleen mét een buddyhond. Ik ga een spannende tijd tegemoet. Mijn werk bij de politie houdt op, mijn relatie is stukgelopen vanwege mijn PTSS en ik ben net verhuisd naar een eigen appartement. Eerst ga ik daar allemaal aan wennen en dan ga ik kijken wat ik kan gaan doen. Eén ding is zeker: wat het ook is, mijn buddyhond Remi moet aan mijn zijde blijven. Daar ben ik inmiddels wel achter.’