Ieder jaar krijgt een team van geleidehond en baas bezoek van een instructeur. Frans Heitz verzorgt het leeuwendeel van deze nazorgbezoeken en is voor veel cliënten een bekend gezicht. Stad en land rijdt hij af om honden en hun bazen thuis te bezoeken om te kijken hoe het gaat. Vandaag gaat hij langs bij Lilian Reijven en Funky.

‘Geen nazorg is hetzelfde, je kijkt altijd naar de combinatie baas-hond en die is altijd anders’, begint Frans. ‘Wat ik zie en hoor, daar reageer ik op.’ Frans zit bij Lilian aan de eettafel en heeft een formulier voor zich. Onder het genot van een kop koffie en een koekje nemen ze de lijst met vragen door. Vragen over Funky, maar ook over Lilian. En wat er verder allemaal nog de revue passeert, want Frans verzamelt weliswaar alle informatie, maar het moet wel op een ongedwongen manier. ‘Het is zeker een controlemoment’, zegt Frans daarover, maar het moet niet als controle overkomen. Ik probeer te voorkomen dat mensen gespannen gaan lopen, omdat ik er bij ben.’ Maar hij voegt daar wel aan toe: ‘Ik ben wel de advocaat van de hond. Als er dingen aan de hand zijn, dan ben ik er voor de hond.’

Minder werkaanbod voor Funky

Bij Lilian en Funky loopt het eigenlijk prima. Lilian laat weten dat ze tegenwoordig vaker thuiswerkt. Dat betekent minder werkaanbod voor Funky. Frans geeft aan dat ze dan nog beter moet letten op het voer van Funky. De gele labrador staat al op een dieet, omdat ze in het verleden iets te zwaar was. ‘Maar Funky mag ook niet te weinig binnenkrijgen, ze heeft wel voldoende bouwstenen nodig’, legt Frans uit. Ze spreken af dat Lilian de voertjes waarmee ze beloont, nog beter afstemt op de voedingen die Funky krijgt. Vervolgens vraagt Frans naar het paspoort van de hond. Daarin ziet hij dat Funky alle inentingen op tijd heeft gekregen en dat de dierenarts haar fysiek heeft nagelopen.

Controlemomenten blijven belangrijk

Als ze het geleidewerk bespreken, vertelt Lilian dat ze vindt dat Funky nog altijd prima werk levert, maar wel meer om zich heen kijkt, alsof ze zich een beetje verveelt. Frans zal tijdens ‘de rit’ zoals hij het noemt, kijken of Funky dit gedrag laat zien. Vervolgens gaan ze naar buiten om samen een route te lopen. Ze houden stil bij een “moeilijke stoep”. Dat wil zeggen: de stoep loopt over in de weg, zonder hoogte- of kleurverschil. Funky stopt netjes. ‘Dat doen jullie allebei heel goed’, benadrukt Frans als Lilian haar een voertje geeft als beloning. ‘Een geleidehond maakt al heel veel eigen beslissingen: ga ik linksom of rechtsom om een obstakel heen bijvoorbeeld. Het is belangrijk om een controlerend moment zoals dit te houden, zodat je weet wat de hond allemaal voor je doet. Ook al is deze stoep vlak bij je huis, bij een rustige straat en loop je er dagelijks.’

Als een radioverslaggever achter het duo aan

Ze vervolgen hun route. Frans loopt op een klein afstandje van Lilian en Funky. Als een radioverslaggever benoemt hij alles wat Funky voor Lilian doet. Frans: ‘Ik vind het leuk, maar ook belangrijk om te vertellen wat een hond allemaal doet. Zeker als je al een tijdje een team vormt, heb je dat helemaal niet meer door. Dingen die niet goed gaan, merk je wel. Ik zeg dan bijvoorbeeld: “Verderop lag er een kat op een dak van een auto, maar de hond liep keurig door.” De blinde baas ziet dat niet.’ Frans oordeelt na de wandeling dat Funky prima functioneert. Lilian en Funky kunnen prima weer een jaar vooruit! 

Onze website gebruikt cookies